SEN-leerling maakt meer vrienden op reguliere school

Leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften (SEN) die op een reguliere school zitten, maken meer vrienden dan leerlingen in het speciaal onderwijs. Ook lijken ze minder eenzaam te zijn. Dat blijkt uit onderzoek van gedragseconoom Jana Vyrastekova van de Radboud Universiteit.

Uit voorgaande onderzoeken bleek dat leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften op reguliere scholen minder interacties hadden en minder populair waren dan leeftijdsgenoten zonder extra ondersteuningsbehoeften. Tijdens deze onderzoeken werden leerlingen met en zonder extra ondersteuningsbehoeften met elkaar vergeleken.

Volgens Vyrastekova benadrukt die aanpak juist de verschillen tussen leerlingen met verschillende behoeften. De gedragseconoom koos er tijdens haar onderzoek dan ook voor om SEN-leerlingen onderling met elkaar te vergelijken. Dat geeft volgens haar een beter beeld van de voordelen die reguliere scholen hebben voor SEN-leerlingen.

Minder eenzaam

Voor haar onderzoek vroeg Vyrastekova aan ouders van SEN-leerlingen hoe ze de inclusie van hun kinderen op school zouden beoordelen. Volgens 69 procent van de ouders met een kind op een reguliere school is hun kind minder eenzaam dan thuis. Bij de ouders van kinderen in het speciaal onderwijs ligt dit percentage op 53 procent. SEN-leerlingen op reguliere scholen hadden daarnaast vaak meer vrienden op school: 65 procent van hen had meer dan één vriend, tegenover 45 procent van de SEN-leerlingen op speciale scholen.

Voordelen van inclusie

Na de invoering van de wet passend onderwijs is de opname van leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften in het regulier onderwijs niet significant toegenomen. Dat zou kunnen komen doordat uit eerdere onderzoeken bleek dat inclusie niet goed is voor de leerlingen. Volgens Vyrastekova toont haar onderzoek aan dat inclusie juist veel grotere voordelen heeft dan vaak wordt aangenomen, zowel voor SEN-leerlingen als andere leerlingen.

Bron: Radboud Universiteit