Scholen: '1,5 meter afstand is grote uitdaging'

Ruim de helft van de schoolleiders in het voortgezet onderwijs vindt de handhaving van anderhalve meter afstand tussen leerlingen een grote uitdaging. Dat blijkt uit een enquête die de VO-raad een week na het weer verder opengaan van de scholen hield onder ruim 450 schoolleiders.

Binnen het voortgezet onderwijs geldt de richtlijn dat leerlingen onderling anderhalve meter afstand moeten houden. Volgens 56 procent van de schoolleiders is het moeilijk voor leerlingen om zich altijd en overal aan deze richtlijn te houden. Zo is dit in de klas wel mogelijk, maar in de gangen en op het schoolplein bijna niet te doen.

Ook constateren de meeste schoolleiders dat niet alle leerlingen de noodzaak van de richtlijn begrijpen. Zo is het verwarrend dat leerlingen onder de 18 jaar wel samen buiten mogen sporten, maar binnen op de gang afstand moeten houden.

Hoewel de schoolleiders tevreden zijn over de opening van de scholen, is 54 procent kritisch over de combinatie van fysiek en afstandsonderwijs. Die combinatie is nodig omdat op de meeste scholen momenteel maar een kwart tot een derde van de leerlingen tegelijkertijd aanwezig kan zijn. De schoolleiders vinden het ingewikkeld om dit hybride onderwijs goed vorm te geven en zijn bang voor motivatieverlies bij leerlingen.

Bron: VO-raad