In de periode van 2015 tot en met 2020 zijn circa 1.115 kinderen uithuisgeplaatst van ouders die gedupeerd zijn in de kinderopvangtoeslagenaffaire. Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Op verzoek van het ministerie van Justitie en Veiligheid keek het CBS hoeveel kinderen van gedupeerden van de toeslagenaffaire uit huis zijn geplaatst. Daarvoor telde het CBS het aantal kinderen van deze ouders dat een jeugdbeschermingsmaatregel had en jeugdhulp met verblijf kreeg. Het CBS heeft het aantal gevallen per jaar steeds afgerond op vijftallen, om het risico te minimaliseren dat te achterhalen is om welke ouders en kinderen het gaat.
Het CBS baseert zich op de zogenaamde microdata. Dat zijn gegevens op persoonsniveau die onder meer de Belastingdienst, gecertificeerde instellingen voor jeugdbescherming en jeugdhulpaanbieders aanleveren. Het CBS slaat die gegevens zo op dat ze niet herleidbaar zijn naar individuele personen. In een bericht van Hart van Nederland benadrukt het CBS dat de cijfers geen directe link leggen tussen de uithuisplaatsingen en de toeslagenaffaire. Het CBS heeft niet onderzocht wat de reden voor de uithuisplaatsingen was.
Negatieve invloed op opvoeding
Uit de cijfers blijkt niet in hoeverre het gedupeerd zijn door de toeslagenaffaire een van de oorzaken is van de uithuisplaatsingen. In een reactie wijst bestuurslid Arina Kruithof van Jeugdzorg Nederland erop dat problemen van ouders, zoals schulden, armoede, stress, en psychische klachten, een negatieve invloed hebben op opvoeding van kinderen. 'Als er ouders zijn die stress hebben meegemaakt, dan zijn het wel de ouders van de toeslagenaffaire. Gedupeerde ouders moeten daarom alle steun krijgen om hun leven weer op orde te krijgen. Daar waar dat extra inzet van de jeugdzorgorganisaties vraagt, zullen wij daar volledig aan meewerken.'
Bron: CBS; Jeugdzorg Nederland