'Rijk, investeer in sociale infrastructuur'
Terwijl het Rijk geld als water lijkt te hebben kampen gemeenten met gigantische tekorten. Dat is de reactie van de VNG op de Rijksbegroting 2020. Volgens de VNG moet het Rijk het aangekondigde investeringsfonds niet alleen gebruiken om de economie en de fysieke infrastructuur te versterken, maar ook voor de sociale infrastructuur.
Door de oplopende tekorten vrezen gemeenten te moeten bezuinigen op voorzieningen zoals het zwembad, de peuterspeelzaal en de bibliotheek. Dat vinden ze niet acceptabel in een tijd van economische groei. In een artikel in het Algemeen Dagblad waarschuwde het grotestedennetwerk G40 voor bezuinigingen op bijvoorbeeld muziekles, sportvoorzieningen en onderhoud van de openbare ruimte. 'Het kán niet dat er op rijksniveau meer dan 10 miljard euro overblijft, terwijl wij moeten nadenken over het sluiten van zwembaden en bibliotheken', zei de Groningse wethouder Paul de Rook namens de G40.
'Deze ontwikkeling ondermijnt de transformatie', zegt directievoorzitter Ans van de Maat van het Nederlands Jeugdinstituut. 'Versterk basisvoorzieningen zoals muziekles, zwemles en de bibliotheek, in plaats van erop te bezuinigen.' Ze beaamt dat de toenemende kosten van jeugdzorg gemeenten in financiële problemen brengen, maar die kosten kunnen ze alleen terugdringen als de basisvoorzieningen op orde zijn.
Meer geld lost het essentiële probleem niet op, stelt Van de Maat. 'Als je de transformatiedoelen wilt bereiken, staar je dan niet blind op meer zorg. Zorg soupeert je hele budget op ten koste van het versterken van het gewone leven. Zorg dat kinderen en ouders dicht bij huis een antwoord krijgen op alledaagse opgroei- en opvoedvragen. Dan heb je de ruimte om intensievere hulp te organiseren voor kinderen en gezinnen die dat echt nodig hebben.'
Het bezuinigen op voorzieningen vergroot bovendien de kansenongelijkheid, zegt Van de Maat. 'Deze basisvoorzieningen zijn essentieel voor de ontwikkeling van kinderen. Zeker als ouders weinig te besteden hebben. Hun kinderen krijgen geen toegang meer tot voorzieningen die belangrijk zijn voor hun ontplooiing.'
Bron: Vereniging van Nederlandse Gemeenten; Algemeen Dagblad; Nederlands Jeugdinstituut