Repressie beperkt effectiviteit residentiële hulp
Jongeren accepteren tot op zekere hoogte dat residentiële instellingen structuur, regels, dwang en straf gebruiken om orde en veiligheid te creëren. Maar als ze vinden dat professionals oneerlijk of overdreven handelen, ervaren ze repressie en dat ondermijnt het effect van hun behandeling. Dat stelt Sophie de Valk op grond van onderzoek waarop zij op 6 februari promoveert aan de Universiteit van Amsterdam.
Repressie in residentiële instellingen bestaat uit onder meer harde en oneerlijke controle en straf, gebrek aan flexibiliteit en aan privacy, steeds strengere regels en vernedering. In JeugdzorgPlus-instellingen en justitiële jeugdinrichtingen ervaren jongeren meer repressie dan in open instellingen, concludeert De Valk uit onderzoek onder 176 jongeren in zeven instellingen.
Repressie is nauw verbonden met kenmerken die eigen zijn aan residentiële instellingen, stelt De Valk. Voor een kleine groep jongeren is residentiële hulp waarschijnlijk onvermijdelijk. In dat geval is het zaak repressie te minimaliseren en een therapeutische omgeving te creëren die jongeren helpt zich positief te ontwikkelen.
Inge Bastiaanssen, adviseur bij het Nederlands Jeugdinstituut, pleit naar aanleiding van het onderzoek van De Valk voor goede ondersteuning van professionals. 'Pedagogisch medewerkers leveren in de dagelijkse interactie met jongeren een belangrijke bijdrage aan hun behandeling. Zij ervaren daarbij veel stress en werkdruk. Bovendien staan ze soms bloot aan agressie. Willen we repressie tegengaan, dan moeten we investeren in de medewerkers. Training en supervisie plus een goede uitvoering van bewezen effectieve technieken zijn daarbij belangrijk. Help professionals om dit werk goed en met plezier te blijven doen – én gezond te blijven.'
Bron: Universiteit van Amsterdam