Nederland rapporteert over naleving kinderrechten
De regering heeft de vijfjaarlijkse rapportage over de naleving van het kinderrechtenverdrag naar de Verenigde Naties (VN) gestuurd. Het Kinderrechtencollectief mist daarin aandacht voor knelpunten op het gebied van jeugdhulp, passend onderwijs, kindermishandeling en kansenongelijkheid.
Sinds de ondertekening van het Internationale Verdrag inzake de Rechten van het Kind is Nederland verplicht om de vijf jaar te rapporteren over de naleving ervan. In de gecombineerde vijfde en zesde periodieke rapportage volgens een standaardvragenlijst bericht de regering onder andere over de nieuwe Jeugdwet en de toegenomen participatie van jongeren op landelijk niveau. De naleving van de kinderrechten in het Caraïbische deel van Nederland krijgt apart aandacht, met bijvoorbeeld het nieuws dat daar jeugdstrafrecht is ingevoerd.
Gebruikelijk is dat in ieder land een coalitie van niet-gouvernementele organisaties bij de VN een eigen rapportage uitbrengt over de naleving van de kinderrechten. Voor Nederland doet het Kinderrechtencollectief dat in het voorjaar van 2021.
In een eerste reactie stelt de voorzitter van het Kinderrechtencollectief dat in de staatsrapportage een duidelijke visie ontbreekt op de bijdrage van beleidsmaatregelen aan de verwezenlijking van de kinderrechten. Ze wijst daarbij op de actuele knelpunten op het gebied van jeugdhulp, passend onderwijs en kindermishandeling. Ook wil zij meer aandacht voor de gevolgen voor kinderen van het opgroeien in armoede en – in het geval van migrantenkinderen – in langdurige verblijfsonzekerheid.
Bron: Ministerie van VWS; Kinderrechtencollectief