Minder maatregelen kinderbescherming

De Raad voor de Kinderbescherming heeft vorig jaar de rechter veel minder vaak gevraagd om een maatregel, zoals een ondertoezichtstelling of een uithuisplaatsing. Dat blijkt uit het jaarbericht over 2022 van de Raad.

In 2022 vroeg de Raad voor de Kinderbescherming 7.452 keer een kinderbeschermingsmaatregel aan. Dat is een kwart minder dan in 2021, toen het ging om 9.685 verzoeken.

Een van de redenen voor de daling is dat de Raad vorig jaar ook minder vaak een verzoek kreeg om de situatie in een gezin te onderzoeken. In 2022 gebeurde dat 12.057 keer, tegen 14.178 keer in 2021. Maar de Raad denkt ook dat het tekort aan jeugdbeschermers een rol speelt bij de daling. Volgens directeur Theo Lodder vragen raadsonderzoekers minder snel om een kinderbeschermingsmaatregel omdat ze weten dat er geen jeugdbeschermer beschikbaar is die de maatregel kan uitvoeren. Hij maakt zich zorgen dat gezinnen misschien soms langer hulp krijgen op vrijwillige basis, terwijl er eigenlijk een kinderbeschermingsmaatregel nodig is.

Minder uithuisplaatsingen

De Raad heeft in 2022 minder vaak een uithuisplaatsing aangevraagd: 1.572 keer, tegen 1.997 in 2021. Dat komt mogelijk door het streven om meer problemen op te lossen met hulp thuis in plaats van een uithuisplaatsing. Vorig jaar hebben de beroepsverengingen bijvoorbeeld samen met het Nederlands Jeugdinstituut de richtlijn voor uithuisplaatsing herzien. De nieuwe versie besteedt meer aandacht aan het voorkomen van uithuisplaatsingen en aan het proces van terugplaatsing in het eigen gezin. De Raad zegt steeds 'intensiever' te zoeken naar andere oplossingen dan een uithuisplaatsing.

Positieve ontwikkeling

Agnes Derksen van het Nederlands Jeugdinstituut ziet het als een positieve ontwikkeling dat raadsonderzoekers minder vaak een kinderbeschermingsmaatregel met uithuisplaatsing aanvragen. 'Er is steeds meer bekend over de mogelijke schadelijke effecten van een uithuisplaatsing. We merken dat raadsonderzoekers daardoor meer terughoudend zijn. Dat is een positieve ontwikkeling.'

'Wel is het belangrijk dat kinderen en gezinnen dan thuis de hulp krijgen die ze nodig hebben. Niet alleen hulp bij de opvoeding, maar ook bij problemen met bijvoorbeeld de huisvesting, schulden, of een verslaving. En als er toch een uithuisplaatsing nodig is, dan moet een gezinsachtige omgeving de eerste keuze zijn. Bijvoorbeeld opvang binnen de familie- of vriendenkring of in een pleeggezin of gezinshuis.'

Bron: Raad voor de Kinderbescherming

Bericht Raad voor de KinderbeschermingJaarbericht Kijk op Kinderbescherming 2022

Wil je elke week een overzicht van ons nieuws voor en over het jeugdveld? Meld je aan voor onze gratis Nieuwsbrief Jeugd.