264 duizend minderjarigen leefden in 2018 in een gezin met een inkomen onder de lage-inkomensgrens, net zoveel als in 2017. Het aantal kinderen dat langer dan vier jaar onder die grens leeft, is gedaald. Dat blijkt uit gegevens van het CBS.
In 2018 had 8,1 procent van alle minderjarigen een risico op armoede, wat wil zeggen dat het gezinsinkomen onder de lage-inkomsensgrens ligt. 3,3 procent leeft al minimaal vier jaar onder de lage-inkomensgrens. Deze laatste groep wordt sinds 2015 jaarlijks kleiner.
54 procent van de gezinnen met een laag inkomen en minderjarige kinderen kan niet jaarlijks een week op vakantie. Bij gezinnen zonder armoederisico is dat 10 procent. Ook beschikken gezinnen met een laag inkomen veel vaker niet over voldoende geld om regelmatig nieuwe kleren te kopen of om een pc, laptop of tablet aan te schaffen.
De gemeente Rotterdam heeft het hoogste percentage kinderen dat opgroeit met een laag inkomen: 17,5 procent. Dat is ruim twee keer zo veel als gemiddeld in Nederland.
Bron: Centraal Bureau voor de Statistiek