Maatschappelijke diensttijd in februari van start

Jongeren tussen 14 en 27 jaar kunnen vanaf februari 2020 starten met een maatschappelijke diensttijd. Tijdens hun maatschappelijke diensttijd doen ze in de loop van een half jaar minimaal tachtig uur ervaring op bij een organisatie, als bijdrage aan de samenleving.

De maatschappelijke diensttijd is vrijwillig en moet zich onderscheiden van stage, betaald werk en vrijwilligerswerk. Dat is een van de kaders die staatssecretaris Paul Blokhuis van VWS heeft geformuleerd om de diensttijd zo goed mogelijk te laten aansluiten bij de wensen en behoeften van jongeren en organisaties.

Sinds 2018 zijn bijna 10.000 jongeren in verschillende proefprojecten gestart met de maatschappelijke diensttijd. De belangrijkste motivatie is voor jongeren dat zij iets voor anderen willen doen en daarvoor ook erkenning krijgen. De mogelijkheid van een landelijk certificaat na afronding van de maatschappelijke diensttijd wordt onderzocht.

'Een certificaat kan waardevol zijn zolang het gekoppeld is aan de leerervaring. Belangrijk is de competentieontwikkeling van jongeren', zegt Jojanneke de Waal, die vanuit het Nederlands Jeugdinstituut betrokken is bij het European Solidarity Corps. 'Maatschappelijke diensttijd biedt jongeren de kans iets te doen voor anderen en tegelijkertijd ook zelf iets te leren en zich te ontwikkelen. Bij deze vorm van niet-formeel leren is goede begeleiding belangrijk. Jongeren moeten hun eigen doelen kunnen stellen en daarbij voldoende begeleid worden. Je hoopt natuurlijk dat jongeren actief blijven in bijvoorbeeld vrijwilligerswerk, of dat het hen helpt de juiste studiekeuze te maken of werk te vinden.'

Bron: Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport; Nederlands Jeugdinstituut