Kind met jeugdzorg groeit op in ongunstige situatie

Kinderen en jongeren die jeugdzorg krijgen, groeien vaker op in een ongunstige gezinssituatie dan andere kinderen en jongeren. Dat blijkt uit een inventarisatie door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

Kinderen en jongeren met jeugdzorg groeien vaker dan jeugd zonder jeugdzorg op in een eenoudergezin. Hun ouders hebben vaker een laag opleidingsniveau en een laag inkomen. De leefsituatie van kinderen en jongeren met jeugdhulp zonder verblijf is gunstiger dan die van degenen met jeugdhulp met verblijf, een jeugdbeschermings- of een jeugdreclasseringsmaatregel.

Jeugd met verblijf, jeugdbescherming of jeugdreclassering heeft vaker ouders met een laag opleidingsniveau en een uitkering. De ouders zijn vaker dader of slachtoffer van een misdrijf, zijn vaker geregistreerd als licht verstandelijk beperkt en maken vaker gebruik van Wmo-zorg en geestelijke gezondheidszorg.

Het CBS inventariseerde de leefsituatie van ruim 95 duizend kinderen en jongeren die in 2017 jeugdzorg kregen. Jeugdhulp op basis van een persoonsgeboden budget (pgb) is in de inventarisatie niet meegenomen. Het CBS vergeleek deze gegevens met die van de 2,1 miljoen Nederlandse kinderen en jongeren die nooit jeugdzorg hebben gekregen.

Voor Tom van Yperen, expert bij het Nederlands Jeugdinstituut, is het beeld dat het CBS schetst niet nieuw. 'Bij een aanzienlijke groep zie je een opeenstapeling van problemen, vooral bij uithuisplaatsingen. Soms zijn het echt rotsituaties. Je zal maar een lieve, alleenstaande moeder in de bijstand zijn die verschrikkelijk haar best doet maar het door schulden en psychische problemen toch niet redt. Je wil dan niet een stoet van professionals zien langskomen, zonder continuïteit. En al helemaal niet dat je kind uit huis moet, al is dat met de beste bedoelingen.'

'Het is al lang bekend dat de jeugdzorg dit soort problemen niet in haar eentje kan en moet fiksen. Er is geen standaardoplossing, maar we weten dat een aantal dingen vaak goed werken. In deze situaties bereik je vaak meer met samenhangende, langdurige, stabiele en gedoseerde hulp en steun voor opvoeders en kinderen. Luister daarbij goed naar wat ze nodig hebben. Biedt informele en professionele hulp en steun, zoveel mogelijk in de eigen omgeving. Grote kans dat je daarmee ook voorkomt dat problemen overgaan van de ene generatie op de andere.'

Bron: CBS; Nederlands Jeugdinstituut