Kinderen van laagopgeleide of arme ouders krijgen bij hun schooladvies niet dezelfde kansen als kinderen van hoogopgeleide en rijke ouders. Zo krijgen ze vaker een lager schooladvies dan je op basis van de eindtoets zou verwachten. Dit concludeert de onderzoeksredactie van RTL Nieuws, die gegevens van de Dienst Uitvoering Onderwijs analyseerde.
RTL Nieuws bekeek de databestanden met schooladviezen van alle basisscholen in Nederland over de afgelopen drie schooljaren. Hieruit blijkt dat de schooladviezen van scholen vaak niet overeenkomen met de resultaten van de eindtoets, voorheen bekend als de Cito-toets.
Drie op de tien leerlingen krijgt een advies dat hoger is dan de score die ze halen op de eindtoets. Voor ruim een op de drie leerlingen geldt dat het advies juist lager uitvalt dan de score op de eindtoets. Hoewel de eindtoets een belangrijke graadmeter is, blijkt het basisschooladvies van de docent bepalender te zijn dan de uitslag van de eindtoets.
Ongelijke kansen
De over- en onderadvisering van docenten hoeft geen probleem te zijn, maar het valt op dat juist leerlingen van lager opgeleide en armere ouders vaak een lager advies krijgen dan de toets laat zien. Ook blijkt dat deze leerlingen minder vaak een bijgesteld advies krijgen. Daarmee krijgen leerlingen die dezelfde score halen op de eindtoets niet dezelfde kansen. Kinderen van hoogopgeleide ouders zullen op die manier eerder op een hoog niveau instromen in het voortgezet onderwijs dan kinderen van laagopgeleide ouders.
Het Centraal Planbureau pleit ervoor de eindtoets beter te benutten om mogelijke vooroordelen van leraren tegen te gaan. Hiervoor kan het nuttig zijn om het schooladvies pas te geven nadat de eindtoets is gemaakt. Nu geven docenten het schooladvies vóór de toets, waardoor ze de uitslag niet kunnen meewegen in hun advies.
Hilde Kalthoff, medewerker van het Nederlands Jeugdinstituut, herkent de resultaten van het onderzoek. Ze denkt dat het probleem is versterkt doordat de eindtoets minder van belang is geworden. Kalthoff: 'Het belang van het schooladvies is juist groter geworden en dat is ongunstig gebleken voor kinderen uit achterstandsituaties. Er wordt al langer geadviseerd om de selectie van kinderen later te laten plaatsvinden, zoals in een aantal andere Europese landen. Dat zou de kansen van kinderen met lager opgeleide ouders, zoals migranten en gezinnen in armoede, vergroten.'