Jongeren zijn grote verliezers op de arbeidsmarkt

De arbeidsparticipatie is in het tweede kwartaal van 2020 het meest gedaald onder 15- tot 25-jarigen. In vergelijking met het tweede kwartaal van 2019 hebben bijna 100 duizend minder jongeren werk: 43 duizend minder thuiswonende jongeren en 55 duizend minder zelfstandig wonende jongeren. De afname in het aantal werkenden is onder 15- tot 25-jarigen veel groter dan in andere leeftijdsgroepen. Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek.

Van de 15- tot 25-jarigen volgt ruim drie kwart onderwijs. Vergeleken met een jaar eerder waren er in het tweede kwartaal vooral minder scholieren en studenten met een baan. Scholieren en studenten die werken, hebben vaak een flexibel contract. Vooral deze jongeren verloren hun werk.

Het CBS publiceerde ook cijfers over het aantal werkloosheidsuitkeringen. In juli is het aantal 15- tot 25-jarigen met een WW-uitkering 10 procent gedaald ten opzichte van juni. In de helft van de gevallen was dat omdat de maximale uitkeringsduur was bereikt. Jongeren hebben meestal slechts drie maanden recht op een WW-uitkering doordat ze vaak een arbeidsverleden hebben van minder dan vier jaar. Veel werkende jongeren verloren in maart of april door de coronacrisis hun baan.

Het is zorgelijk dat zo veel jongeren zonder werk of uitkering komen te zitten, zegt Thijs Tuenter van het Nederlands Jeugdinstituut. 'Thuiswonende jongeren hebben bovendien vaak geen recht op bijstand. Daardoor hebben we minder zicht op die groep nadat de WW-uitkering is gestopt. We weten ook niet in hoeverre zij op zoek zijn naar werk. De werkloosheid kan daarom in feite nog hoger liggen dan de cijfers van het CBS zeggen. We moeten zoeken naar manieren om als professional met deze jongeren contact te houden.'

Bron: CBS; Nederlands Jeugdinstituut