Jongeren maken zich veel zorgen over klimaat

Bijna 70 procent van de jongeren onder de 18 jaar ziet klimaatverandering als een wereldwijde noodsituatie. Dat is meer dan in andere leeftijdsgroepen, blijkt uit een grootschalig onderzoek van de University of Oxford en het Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties.

Aan het onderzoek deden 1,2 miljoen mensen uit vijftig landen mee, verspreid over alle werelddelen. In de hele onderzoeksgroep zag gemiddeld 64 procent klimaatverandering als een noodsituatie. 60-plussers zijn met 58 procent het minst overtuigd van een noodsituatie.

De onderzoekers bereikten veel jongeren voor de peiling door hun vragen te stellen via betaalde advertenties in populaire telefoonspellen zoals Temple Run en Angry Birds. Nederland behoorde niet tot de gepeilde landen.

Dit signaal moeten we serieus nemen, stelt Anita Kraak van het Nederlands Jeugdinstituut, ook al deden er geen Nederlandse jongeren mee aan het onderzoek. 'Het CBS liet al meer dan een jaar geleden zien hoe veel zorgen jongeren zich maken over het klimaat en hun toekomst. Dat vraagt ook een blik op de lange termijn. In welke samenleving willen jongeren over twintig jaar leven en wat moeten we daar nu voor doen?'

Creativiteit en veerkracht

Kraak vergelijkt de klimaatzorgen met de coronapandemie. 'Als we kiezen voor kortetermijnoplossingen en jongeren daar niet bij betrekken, ontnemen we hen de mogelijkheid om hun creativiteit en veerkracht te ontwikkelen en bij te dragen aan die toekomst. We zien hoe schadelijk dat is voor hun mentale gezondheid.'

De coronapandemie laat zien dat het belangrijk is om jongeren te betrekken bij beleid, maar ook hoe dat kan, aldus Kraak. 'Door de coronapandemie krijgen jongeren steeds meer een stem op lokaal en landelijk niveau. Gemeenten én het kabinet luisteren nu meer naar hen, wat zich vertaalt in nieuwe gezamenlijke acties. Ook de klimaatproblemen vragen om oplossingen op lokaal en landelijk niveau, naast internationaal beleid. Waarom zouden jongeren wél kunnen meepraten over coronamaatregelen en jongerenactiviteiten, maar niet over ruimtelijke ordening en het energiebeleid?'

Bron: United Nations Development Programme (UNDP); Nederlands Jeugdinstituut