Gemeenten die in een vroeg stadium keuzes hebben gemaakt op het gebied van sturing, beleid en inrichting en daarin consistent zijn geweest, hebben beter zicht op de ontwikkeling van de uitgaven en op mogelijkheden om bij te sturen. Dat blijkt uit de onderzoeken die in opdracht van minister Hugo de Jonge van VWS zijn uitgevoerd naar de volumegroei in de jeugdhulp en naar gemeentelijke tekorten.
De onderzoeken bevestigen het groeiende jeugdhulpgebruik en de stijgende uitgaven van gemeenten. De jeugdhulp transformeren in combinatie met een bezuiniging is een moeilijke opgave voor gemeenten, constateert Ans van de Maat, directievoorzitter van het Nederlands Jeugdinstituut (NJi). Snelle oplossingen zijn er niet voor dat complexe probleem. Maar alleen een hoger budget zonder gerichte investering in vernieuwing is niet het antwoord, zegt ze. 'Het vraagt om de inzet van alle partijen binnen het sociaal domein die een rol spelen in het leven van kinderen en hun ouders. En het vraagt om duurzame relaties waarin gemeenten en professionele partners de tijd nemen om te werken aan verbeteringen. Nu dreigen veelbelovende initiatieven te sneuvelen onder druk van bezuinigingen.'
Vijf ingrediënten voor vermindering zorgvraag
'Uit onderzoek, ook internationaal, weten we dat een goed functionerend stelsel bestaat uit vijf noodzakelijke ingrediënten', vertelt Van de Maat. 'Dat begint met een sterke basis. Voldoende speelruimte en vrijetijdsbesteding in verenigingen bijvoorbeeld. En informatie en ondersteuning voor kinderen en ouders in hun sociale netwerk. Daar hoort ook bij dat leerkrachten en pedagogisch medewerkers in de kinderopvang antwoord kunnen geven op alledaagse opvoedvragen.'
'Ten tweede heb je een sterke preventie nodig, met onder meer voorlichting over hoe je normale opvoed- en opgroeivragen in goede banen kunt leiden. Denk aan cursussen voor ouders, maar ook aan bijscholing voor leerkrachten en pedagogisch medewerkers.'
'Het derde ingrediënt is een krachtige eerste lijn, met goede wijkteams die voor veelvoorkomende problemen een licht, effectief hulpaanbod hebben, zodat intensievere hulp vaak niet nodig is. Weet dus als wijkteam wat die veelvoorkomende problemen zijn en zorg dat de medewerkers daar een effectieve aanpak voor hebben.'
Duurzame effecten
Als gezinnen intensievere hulp nodig hebben, is het vierde ingrediënt dat die hulp gericht is op duurzame effecten. 'Duurzaam wil zeggen dat de jeugdhulp niet alleen het probleem aanpakt, maar ook zorgt dat de eerste drie ingrediënten door het gezin worden benut. Hulp is pas af als het sociale netwerk dagelijkse steun biedt en het wijkteam klaar staat om bij te springen als het kind of het gezin dreigt terug te vallen. Zo maak je het systeem sluitend. Dat vraagt om een versterking van het vakmanschap van bestuurders en professionals, want een andere manier van werken brengt nieuwe opgaven met zich mee.'
Focus
Het vijfde ingrediënt is focussen op wat veel kinderen en opvoeders nodig hebben. Van de Maat: 'Dat hoeft niet ingewikkeld te zijn. Begin met het in kaart brengen van de top tien van meest voorkomende opgroei- en opvoedproblemen waarmee het wijkteam en de huisarts te maken krijgen. Ga het gesprek aan over die problemen en maak goede afspraken met de wijkteams, huisartsen, aanbieders, het onderwijs en burgers over de veranderingen die nodig zijn, en over hun rol daarin.'
Voor het Nederlands Jeugdinstituut is het de vraag of zorg de oplossing is voor elke hulpvraag. Van de Maat: 'Het is niet waarschijnlijk dat jaarlijks een op de tien kinderen en jongeren jeugdhulp nodig heeft. Sommige vragen horen bij het alledaagse opvoeden en opgroeien van kinderen. Opvoeden is niet makkelijk - daar mag je best ondersteuning bij vragen. Maar dat is wat anders dan een lastig kind als patiënt te benaderen. Dat is echt niet in het belang van dat kind, nog los van de vraag hoe de samenleving omgaat met schaarse middelen. Want een effect is ook dat sommige kinderen niet die zorg krijgen die nodig is en vastlopen terwijl er wel goede interventies zijn. Het scheelt als burgers en de gemeenten het met elkaar eens zijn dat het onwenselijk is dat, zoals uit deze onderzoeken blijkt, zoveel kinderen en jongeren jeugdhulp krijgen.'
Bron: Ministerie van VWS; Nederlands Jeugdinstituut
Pers
Ben je journalist? Dan kun je:
- je vraag stellen via pers@nji.nl
- bellen met 030 - 23 06 349 (maandag tot en met vrijdag tussen 8.30 en 17.00 uur)
- bellen met 06 - 25 66 07 57 (maandag tot en met donderdag tussen 8.30 en 17.00 uur)