Gebruik jeugdhulp zonder verblijf verschilt per wijk

Er zijn grote verschillen tussen wijken in het gebruik van jeugdhulp zonder verblijf. Die verschillen hangen meestal samen met specifieke kenmerken van de gezinnen. Dat blijkt uit het onderzoek Jeugdhulp in de wijk van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) op basis van gegevens van 2017.

Het SCP ontwikkelde een model dat het gebruik van jeugdhulp zonder verblijf op wijkniveau vergelijkt met kenmerken van de inwoners van die wijken. Drie interactieve kaarten tonen per wijk welk percentage van de kinderen in 2017 gebruikmaakte van jeugdhulp zonder verblijf, wat verwacht zou worden op basis van het model, en het verschil daartussen. Jeugdhulp met verblijf, jeugdbescherming en jeugdreclassering komen te weinig voor om op wijkniveau te analyseren.

Er zijn grote verschillen zichtbaar tussen wijken. Die hangen meestal samen met kenmerken zoals het aantal eenoudergezinnen, de grootte van de wijk, het aandeel mensen in de bijstand, het aantal kinderen in het speciaal onderwijs en het aandeel migranten van een niet-westerse afkomst.

Een relatief hoog gebruik kan duiden op een wijk met veel problemen. Maar het kan ook zijn dat de gemeente veel jeugdhulpvoorzieningen heeft en de mensen met problemen goed bereikt. Ondersteuning door de huisarts of de school kan ervoor zorgen dat het gebruik van jeugdhulp juist lager is dan verwacht.

Als het werkelijke gebruik in een wijk ver afwijkt van het verwachte gebruik, dan spelen er kenmerken mee die niet in het model zijn opgenomen. Het SCP raadt gemeenten dan aan samen met lokale voorzieningen te kijken welke andere kenmerken mogelijk een rol spelen.

'Omdat cijfers maar een deel van de werkelijkheid weergeven, is het nuttig om met elkaar in gesprek te gaan', zegt Afke Donker, medewerker van het Nederlands Jeugdinstituut. 'Als je met lokale voorzieningen zoals wijkteams, de kinderopvang en scholen spreekt, krijg je een nauwkeuriger beeld van de situatie in de wijk. Dat helpt om te bepalen of er genoeg hulp beschikbaar is. Maar het geeft je ook inzicht of er kansen zijn om de ondersteuning door het sociale netwerk en de basisvoorzieningen te verbeteren. Laagdrempelige steun bij het dagelijkse opvoeden kan onnodig gebruik van jeugdhulp helpen voorkomen.'

Bron: SCP; Nederlands Jeugdinstituut