Een op de vijf kinderen speelt elke dag buiten, maar bijna een op de zes doet dat nooit. Jonge kinderen spelen meer buiten dan oudere. Dat blijkt uit onderzoek in opdracht van Jantje Beton.
Kinderen van 6 tot en met 12 jaar spelen het meest buiten zonder toezicht van volwassenen. Een kwart van die groep doet dat elke dag en nog eens een derde meer dan drie keer per week. Kinderen van 13 tot en met 15 jaar spelen minder buiten.
Meer buitenspelen
Gemiddeld spelen kinderen 9,5 uur per week buiten. Bijna de helft zou meer buiten willen spelen. Redenen om dat toch niet te doen zijn een voorkeur voor digitale spellen en media, huiswerk en een gebrek aan andere kinderen om mee te spelen. Fietsen, klimmen en klauteren en zelfverzonnen spelletjes zijn de populairste activiteiten bij kinderen tot en met 12 jaar. Bij kinderen van 13 tot en met 15 jaar staat chillen op de eerste plaats.
Jantje Beton liet het onderzoek uitvoeren naar aanleiding van Nationale Buitenspeeldag, 8 juni. Aan het onderzoek deden ruim duizend ouders mee, die de vragenlijst samen met hun kind invulden.
Positief effect
'Buitenspelen heeft een positief effect op de fysieke en mentale gezondheid van kinderen en hun ontwikkeling', zegt Roos Kooijman van het Nederlands Jeugdinstituut. 'Ze zijn in beweging; dat vermindert stress en is goed voor hun concentratievermogen. En het contact met andere kinderen op straat vergroot het zelfvertrouwen en bevordert sociaal gedrag. Bovendien is het natuurlijk gewoon leuk: onbevangen buiten dingen doen, niet omdat het moet maar voor je plezier.'