'Classificatiesysteem schiet tekort voor jeugd-ggz'
Het classificatiesysteem voor psychiatrische problemen schiet tekort voor jongeren met zowel een persoonlijkheids- als een hechtingsstoornis. Een beschrijvende diagnose is voor deze doelgroep geschikter dan alleen een psychiatrische diagnose. Dat stelt Kirsten Hauber op basis van onderzoek waarop zij op 29 oktober promoveert aan de Universiteit Leiden.
Hauber deed onderzoek onder ruim honderd jongeren met een combinatie van persoonlijkheidsstoornissen, onveilige gehechtheid, zelfbeschadiging en suïcidale gedachten. De jongeren kregen een intensieve, klinische behandeling.
Hauber waarschuwt voor het psychiatrisch classificeren van jongeren met persoonlijkheidsstoornissen. Jongeren zijn nog zodanig in ontwikkeling dat het lastig is een onderscheid te maken tussen normale problemen, psychiatrische problemen die een natuurlijk herstel kennen en problemen die het begin zijn van een ernstige stoornis. Het risico bestaat dan dat normaal gedrag geclassificeerd wordt als een stoornis. Bovendien kunnen jongeren zich gaan identificeren met hun classificatie en kan classificatie stigmatiseren.
In plaats van alleen classificatie pleit Hauber voor een beschrijvende diagnose voor jongeren met persoonlijkheidsstoornissen. Die moet aandacht besteden aan de wisselwerking tussen de stoornis en de ontwikkeling van de jongeren, de gezinsdynamiek en de relaties met leeftijdsgenoten. Op basis van die diagnose kan het behandelteam samen met jongeren en hun netwerk een persoonlijk behandelplan opstellen. Als jongeren vervolgens tijdens hun behandeling regelmatig schriftelijk reflecteren op het behandelproces en de vooruitgang, kan het behandelteam aan de hand daarvan de behandeling aanpassen.
Bron: Universiteit Leiden; Nederlands Jeugdinstituut