Baankans laagopgeleiden blijft achter

De coronacrisis leidt tot grotere verschillen tussen jongeren op de arbeidsmarkt. De baankansen voor hoogopgeleide jongeren zijn verbeterd, terwijl laagopgeleide jongeren moeilijker aan een baan komen. Dat blijkt uit onderzoek van SEO Economisch Onderzoek.

Jongeren vinden gemiddeld net zo snel werk op niveau als voor de coronacrisis. Wel zijn er steeds grotere verschillen te zien tussen hoog- en laagopgeleiden. Wie afstudeert aan de universiteit of het hbo had al een relatief goede kans op een baan, en die kansen zijn alleen maar toegenomen. Voor jongeren met een beroepsopleiding op mbo-niveau geldt het tegenovergestelde. Zij hadden al een kleinere kans op werk en die is verder afgenomen.

De kloof tussen hoog- en laagopgeleiden is door de coronacrisis in een stroomversnelling geraakt, stelt het onderzoeksbureau. Door het thuiswerken en de toenemende digitalisering is er minder vraag naar bijvoorbeeld administratief medewerkers en cateraars. Daarnaast hebben laagopgeleide jongeren meer moeite om over te stappen naar een andere sector, omdat ze vaak zijn opgeleid voor een specifiek beroep. Ook hebben de lockdowns grote gevolgen gehad voor jongeren die werken in de horeca en de evenementensector.

'Het is een droevig teken dat laagopgeleide jongeren zelfs in tijden van krapte op de arbeidsmarkt steeds moeilijker aan een baan komen', zegt Hannes van de Ven van het Nederlands Jeugdinstituut. 'De kansenkloof tussen hoog- en laagopgeleid groeit zo alleen maar verder. Het is belangrijk dat jongeren tijdens hun mbo-opleiding goed worden voorbereid op de overstap naar werk. Een goede samenwerking tussen scholen, gemeenten en werkgevers is hierbij essentieel. Met de aanpak Jeugdwerkloosheid zijn extra middelen vrijgemaakt om jongeren te ondersteunen bij de overgang van school naar werk.'

Bron: SEO Economisch Onderzoek

Meer informatie

Bericht NOSDe impact van de coronapandemie op de overgang onderwijs-arbeidsmarkt

Lees ook