Hoe herken ik een licht verstandelijke beperking (lvb) bij mijn kind?

Heb je het idee dat je kind zich anders ontwikkelt dan andere kinderen? Begrijpt het dingen niet die andere kinderen van dezelfde leeftijd wel begrijpen? Het kan zijn dat je kind een licht verstandelijke beperking heeft. Maar dat hoeft niet.

Wat zijn kenmerken van een licht verstandelijke beperking?

Het begrijpen en gebruiken van taal: hierover gaan de belangrijkste kenmerken van een licht verstandelijke beperking (lvb). Dit valt op als je kinderen met een lvb vergelijkt met leeftijdsgenoten:

  • Ze kennen minder woorden.
  • Ze vinden het lastig om lange en moeilijke zinnen te begrijpen.
  • Ze snappen woordgrapjes en beeldspraak vaak niet goed.
  • Ze vinden dubbele ontkenningen lastiger, zoals: ben je niet ontevreden?
  • En ze vinden het moeilijker om tijdens een gesprek tegelijkertijd op woorden, gebaren en gezichtsuitdrukkingen te letten.

Ook rekenen en schrijven kunnen moeilijk zijn. Verder vinden kinderen met een lvb het vaak lastiger om hun emoties onder controle te houden. En om na te denken voor ze iets doen. Het kost hun moeite sociale regels te begrijpen en emoties te herkennen. Hierdoor kunnen ze vaker ruzie hebben. En het moeilijk vinden om te vertellen wat ze willen of voelen. Daarnaast is iets plannen ingewikkeld, net als tijdsbegrip. Ook praktische dingen zijn vaak niet makkelijk voor hen. Neem bijvoorbeeld het omgaan met zakgeld of zelf een boodschap doen.

Heeft mijn kind een lvb als ik deze kenmerken zie?

De kenmerken die we hierboven noemen, kunnen wijzen op een lvb, maar dat hoeft niet. Kinderen ontwikkelen zich allemaal anders. Zeker op jonge leeftijd zijn er grote verschillen tussen kinderen. Het ene kind leert al snel veel woorden begrijpen, maar doet er langer over om te leren samenwerken. Bij een ander kind is dat weer andersom. En soms kunnen kinderen tijdelijk last hebben van verstandelijke beperkingen. Dit kan gebeuren als ze niet krijgen wat ze nodig hebben om zich goed te kunnen ontwikkelen. Of door stress. Zodra ze wel krijgen wat ze nodig hebben en minder stress hebben, kunnen de beperkingen ook weer verdwijnen.

Vraag je je af of je kind zich anders ontwikkelt dan andere kinderen? Bespreek dit dan met iemand die jouw kind goed kent en die ook weet hoe de meeste kinderen zich ontwikkelen. Iemand als een arts of verpleegkundige op het consultatiebureau, de leidster van het kinderdagverblijf of de leerkracht op school. Samen kunnen jullie als dat nodig is verdere hulp inschakelen. Bijvoorbeeld via het wijkteam of de huisarts.

Zoek je als ouder of opvoeder hulp of advies? Bekijk hier waar je terecht kunt.

Hulp en advies voor ouders