Doel
Het volgen van het ontwikkelingsverloop en gedrag van kinderen.
Doelgroep
Het Ontwikkelingsvolgmodel kent drie versies en is gericht op verschillende doelgroepen: zeer jonge kinderen (0-4 jaar), jonge kinderen in de onderbouw van het reguliere basisonderwijs (4-7 jaar) en kinderen in de midden- en bovenbouw van het basisonderwijs (8-13 jaar). Voor het speciaal onderwijs zijn aanpassingen beschikbaar.
Materialen
Het Ontwikkelingsvolgmodel bestaat uit:
- Ontwikkelingsvolgmodellen (met versies voor verschillende leeftijdsgroepen)
- Handleiding Ontwikkelingsvolgmodel-web (downloadbaar)
OVM maakt onderdeel uit van EduMaps, een elektronische leeromgeving.
Gebruik
Het instrument is bedoeld als volgmodel voor de voorschoolse periode en het basisonderwijs en speciaal onderwijs.
Het instrument wordt gebruikt in de dagelijkse opvang en onderwijscontext bij verschillende activiteiten en lessen en in gevarieerde situaties. Het model is gebaseerd op een continu observatieproces. Als de medewerker in de kinderopvang of op school een verandering waarneemt bij het kind noteert de medewerker dat. De registratie is gebaseerd op het systematisch en nauwgezet observeren van de ontwikkeling en het gedrag in voor kinderen vanzelfsprekende onderwijssituaties.
Met behulp van EduMaps worden de gegevens vastgelegd. Naast een totaaloverzicht per kind, kunnen groepsoverzichten in beeld gebracht worden. Naast de registratie van het ontwikkelingsverloop en het gedrag worden handreikingen gegeven voor diagnostisch onderzoek, voor individuele handelingsplanning (inclusief materialen passend bij de zone van naaste ontwikkeling van het kind) en voor een planmatig aanbod op groepsniveau.
Gebruik in Routine Outcome Monitoring (ROM)
Dit instrument wordt (nog) niet gebruikt om een Reliable Change Index (RCI) te berekenen. Een Reliable Change Index brengt voor een specifieke cliënt in kaart wat het effect is van de hulpverlening.