Hoe kan ik mijn kind helpen?

Alle kinderen doen wel eens lastig. Ze luisteren slecht, worden gauw boos, doen agressief of komen te laat thuis. Dat is vervelend, maar het opzoeken van grenzen hoort ook bij het opgroeien. Hoe kun je je kind daarbij het beste helpen? En wanneer is het tijd om hulp te zoeken?

Duidelijkheid geven

Op lastig gedrag van je kind kun je het beste reageren door rustig te blijven. Schreeuwen of harder praten helpt niet. Sla je kind nooit, ook niet als het jou slaat. Zeg duidelijk welk gedrag niet mag en leg uit waarom niet. Wat verder kan helpen, hangt af van de leeftijd en het gedrag van je kind. Op deze website vind je daarvoor veel tips:

Peuters en lastig gedragBasisschoolkinderen en lastig gedragPubers en ongewenst gedragJongvolwassenen en agressief gedrag

Als je er zelf niet uit komt

Soms lukt het niet het lastige gedrag van je kind te stoppen. Daar kan je hele gezin last van hebben. En het gedrag kan zo erg zijn dat je kind erdoor in de problemen komt. Neem contact op met het wijkteam, je huisarts of de jeugdgezondheidszorg in jouw buurt als je je zorgen maakt. Samen kunnen jullie bekijken wat er wel en niet goed gaat in het gedrag van je kind. Ook kunnen jullie er met elkaar achter komen waar het lastige gedrag vandaan komt en waardoor het blijft bestaan. Vervolgens kunnen jullie dan besluiten of er hulp nodig is. En zo ja, welke hulp het beste past. Op school kunnen ze je vaak ook helpen met het zoeken naar hulp.

Zicht krijgen op wat er aan de hand is 

Samen met je hulpverlener kun je bekijken wat er wel en niet goed gaat in het gedrag van je kind. Is er sprake van een gedragsprobleem of is er misschien iets anders aan de hand? Hoe ernstig zijn de problemen? Heeft je kind nog van andere dingen last?

Je kind kan bijvoorbeeld angstig of somber zijn zonder dat dat erg opvalt, omdat de gedragsproblemen veel duidelijker zijn. Samen bepaal je wat jullie als eerste willen aanpakken.  De hulpverlener wil ook weten wat er goed gaat. De goede eigenschappen en sterke kanten van jou en je kind kunnen helpen de problemen te verminderen.

Ook kunnen jullie er met elkaar proberen achter te komen waar het lastige gedrag vandaan komt en waardoor het blijft bestaan. Er kunnen verschillende oorzaken zijn. Bijvoorbeeld: je kind is somber of heeft moeite om te begrijpen wat er van hem of haar gevraagd wordt. Ook kan het zijn dat anderen de gedragsproblemen versterken, doordat zij niet goed weten hoe ze op je kind moeten reageren. Soms zal de hulpverlener, in overleg met jou, contact zoeken met de school van je kind. Samen bedenken jullie wat je kind nodig heeft om goed op school mee te kunnen komen. Als het nodig is kunnen ook andere hulpverleners meedenken.    

Vervolgens kunnen jullie dan besluiten of er hulp nodig is. En zo ja, welke hulp het beste past en wat je hiermee wil bereiken. Hierover nemen jij en je kind samen met je hulpverlener een besluit.

Hulp bij gedragsproblemen

Welke hulp in jouw situatie het beste past hangt af van de leeftijd van je kind, hoe lang er al gedragsproblemen zijn en hoe ernstig die zijn. Vaak krijg je eerst steun bij de opvoeding aangeboden om te voorkomen dat de gedragsproblemen erger worden. Dat betekent niet dat je de schuld krijgt van het gedrag van je kind. Maar meestal kun je wel wat adviezen gebruiken om met dat gedrag om te gaan. Welke opvoedsteun je precies krijgt, hangt af van de oorzaak van het lastige gedrag.

Als de gedragsproblemen langer duren en ernstiger zijn, kan het nodig zijn om een behandeling te starten:

  • Is je kind jonger dan 12 jaar, dan krijg je een oudertraining. Daardoor leer je hoe je als ouder goed gedrag van je kind kunt aanmoedigen en ongewenst gedrag kunt afremmen. Als ouder kun je namelijk een belangrijke rol spelen in het verminderen van de problemen en het ondersteunen van je kind.
  • Als je kind tussen 8 en 12 jaar is kan het zelf ook hulp nodig hebben. Meestal is dat cognitieve gedragstherapie. Tijdens deze behandeling leert je kind om anders te kijken naar een situatie, bijvoorbeeld dat het niet nodig is om meteen boos te worden. Ook leert je kind hoe het problemen op een goede manier kan oplossen.
  • Bij kinderen vanaf 12 jaar wordt naast individuele cognitieve gedragstherapie voor het kind meestal ook een vorm van gezinsbehandeling gestart. Tijdens deze behandeling leer je als ouder extra opvoedvaardigheden. En als gezin leren jullie hoe je beter met elkaar kunt praten. Ook de school, familie en leeftijdgenoten kunnen bij het aanpakken van de gedragsproblemen van je kind betrokken worden.

Geef je mening

Jouw betrokkenheid als ouder bij de behandeling en jouw kijk op het verloop van de hulp zijn belangrijk. Geef daarom je mening over de adviezen van de hulpverlener en laat weten wat je zelf wilt en kunt doen om je kind verder te helpen. Je hulpverlener geeft ruimte om je mening te geven en je mag ook altijd om deze ruimte vragen. Geef het bijvoorbeeld op tijd aan als een advies niet bij jou of je kind past. Zo kan je samen met de hulpverlener toewerken naar verbetering. Lees ook Hoe kan ik meedenken over hulp voor mijn kind?

Richtlijn Ernstige gedragsproblemen

Jeugdprofessionals werken met een richtlijn Ernstige gedragsproblemen. Deze richtlijn helpt hen ernstige gedragsproblemen bij kinderen en jongeren te herkennen en geeft richting hoe ze deze samen met ouders kunnen verbeteren. De bovenstaande informatie, adviezen en tips zijn op deze richtlijn gebaseerd. Het is fijn als je van deze informatie op de hoogte bent. Zo weet je wat je kunt verwachten als je contact zoekt met een hulpverlener. Ook kan deze informatie nuttig zijn als hulpmiddel bij het overleg met een hulpverlener.

Zoek je als ouder of opvoeder hulp of advies? Bekijk hier waar je terecht kunt.

Hulp en advies voor ouders