Als beleidsmaker wil je in jouw regio aan de slag met het versterken van het welbevinden van kinderen en jongeren. Dit urgentiegevoel wordt gedeeld en er zijn extra middelen beschikbaar. Hoe kom je tot een samenhangend beleid, gericht op zo'n breed thema als welbevinden van kinderen en jongeren? Hoe sluit je aan bij bestaande activiteiten en interventies? En hoe betrek je je partners en de jongeren hierbij?
Wat is welbevinden?
Met jongeren gaat het goed als zij het leven aankunnen. Dat wil zeggen: als zij niet alleen gericht zijn op successen en prestaties, maar ook kunnen omgaan met tegenslagen of teleurstellingen. Dan hebben ze veerkracht. Voor het ontwikkelen van die veerkracht hebben ze thuis, op school en in hun vrije tijd de steun van anderen nodig. En de ruimte om hun eigen kwaliteiten te ontwikkelen, grip op en zeggenschap over hun leven te krijgen en een bijdrage te leveren aan de samenleving. Daarom is het welbevinden van jongeren een zaak van iedereen.
Veel dingen in het leven van jongeren gaan vanzelf, maar soms lukt het ook even niet zo goed. Dan hebben zij mensen in hun omgeving nodig met wie ze over hun ervaringen en gevoelens kunnen praten en die hen verder kunnen helpen. En wie door persoonlijke omstandigheden kwetsbaar is, moet kunnen rekenen op hulp, zoveel mogelijk in de eigen omgeving.
Hoe maak je daar beleid voor?
Het maken van beleid om welbevinden te bevorderen gaat over gezondheid, sociale veiligheid en ontwikkelingskansen in alle leefdomeinen: thuis, op school, in de wijk, online en op het werk. Daarnaast gaat het om het toegankelijk maken van steunbronnen dichtbij de leefwereld. Beleidsmakers van gemeenten, jeugdgezondheidzorg, jeugdhulpaanbieders en onderwijs werken vaak afzonderlijk langs verschillende beleidslijnen aan onderdelen van welbevinden. Daardoor ontbreekt vaak een duurzame aanpak waarin de verschillende elementen met elkaar verbonden zijn. Adviezen voor een samenhangende aanpak die aansluit bij de wensen van kinderen en jongeren zijn:
- Inzet op het versterken van de pedagogische basis én positief en preventief jeugdbeleid
- Creëer een gezamenlijke visie
- Zorg voor een systematische aanpak
- Staar je niet blind op losse interventies
- Betrek jongeren en ouders bij de beleidsontwikkeling
Pedagogische basis versterken én positief en preventief jeugdbeleid
We weten dat inzet op het versterken van de pedagogische basis én inzetten op positief en preventief jeugdbeleid een gunstig effect heeft op het welbevinden van kinderen en jongeren.
Een sterke basis
Als samenleving willen wij dat alle kinderen en jongeren met een hoge mate van welbevinden opgroeien. En dat zij weten hoe ze moeten terugveren na tegenslag. Om de jeugd hiervoor optimale kansen te geven, is een sterke basis nodig. Een opvoed- en opgroeiomgeving, waarin alle opvoeders samenwerken, elkaar aanvullen en versterken. Dat bevordert het gewone opgroeien, ontwikkelen en opvoeden en daarmee het welbevinden van alle kinderen en jongeren. Lees daarover meer op de pagina Versterken opvoedkundig klimaat.
Positief jeugdbeleid en beschermende factoren
Daarnaast is het belangrijk om in het beleid de beschermende factoren te stimuleren die de positieve ontwikkeling van kinderen en jongeren bevorderen. Welke factoren dat zijn en hoe je dat doet lees je op de pagina Positieve ontwikkeling van jeugd.
De potentie van preventie
De inzet op preventie heeft ook invloed op het welbevinden van kinderen en jongeren. Losse inzet van preventie interventies op welbevinden heeft een klein effect, maar alle kleine effecten samen vermenigvuldigen zich tot een omvangrijk en duurzaam resultaat als de aanpak doelgericht en samenhangend is. Het landelijke project Opgroeien in een Kansrijke Omgeving geeft hier concrete handvatten voor.
Meer informatie over preventief jeugdbeleid vind je in de publicatie Potentie van preventie.
Creëer een gezamenlijke visie
Een gedeeld urgentiegevoel is vaak het beginpunt van een gemeenschappelijke visie. Als dat gevoel er niet is, wordt het lastig om ergens prioriteit aan te geven. Het belang van het versterken van welbevinden is voldoende wetenschappelijk onderbouwd: het kan onder andere leiden tot betere sociale en emotionele vaardigheden, betere leerprestaties, meer maatschappelijke participatie en afname van jeugdhulp- en jeugdzorggebruik.
Welbevinden is opgenomen in het Nationaal Preventieakkoord en dus een opgave die landelijk prioriteit heeft. Lees hierover ook de publicatie Het duurzaam beleggen van Welbevinden in de gemeente en op scholen van het Trimbos-instituut.
Erkennen dat het vraagstuk een gedeelde opgave is, helpt ook om tot een gedeelde visie te komen. Vaak hebben afzonderlijke partijen geen goed inzicht in de meerwaarde van het samenwerken met andere partners, bijvoorbeeld met sport- en vrije tijdsvoorzieningen, terwijl zij samen een grote invloed hebben op het mentaal welbevinden van kinderen en jongeren in de buurt of wijk. Wil je meer weten over succesvol samenwerken? Bekijk dan de pagina Succesvol samenwerken aan een maatschappelijke opgave jeugd.
Zorg voor een systematische aanpak
Wat zijn de vraagstukken?
Onderzoek samen wat de belangrijkste vraagstukken zijn in een wijk, school of buurt. Verzamel betrouwbare data, formuleer doelgericht een gezamenlijke ambitie en verbind daar meetbare maatschappelijke resultaten aan, bijvoorbeeld minder kinderen die angstklachten ontwikkelen. Het Kwaliteitskompas helpt je daarbij. Bouwsteen 1A, bouwsteen 1B en bouwsteen 2 laten zien hoe je dat kunt doen. Vaak is er al beleid voor het werken aan elementen van welbevinden. Breng in beeld wat er al gebeurt op het vlak van versterken van veilig, gezond en kansrijk opgroeien, bijvoorbeeld met de Preventiematrix verbinding onderwijs-jeugdhulp.
Wie doet wat?
Bepaal wie wat moet doen om samen met jongeren, ouders, onderwijs, jeugdgezondheidszorg, jongerenwerk, leerplicht, lokale teams en jeugdzorg te werken aan een gezamenlijke preventieve aanpak. Bouwsteen 3A en bouwsteen 3B van het Kwaliteitskompas laat zien hoe je dat kunt doen.
Kies een samenhangende aanpak en staar je niet blind op losse erkende interventies
Kies niet voor losse projecten, maar voor een aanpak met aandacht voor het pedagogisch klimaat, individuele steun, partnerschap met ouders, mentorcontact en het ontwikkelen van talenten zoals via sport, spel en culturele activiteiten, buurtwerk en (vrijwillig) jeugdwerk.
Een interventie werkt vooral dankzij de sterke pedagogische inbedding. Zonder die inbedding is van het inzetten van een interventie niet veel te verwachten. Kinderen of jongeren met faalangst die een cognitieve gedragsinterventie volgen, hebben daarnaast bijvoorbeeld steun nodig van hun ouders, de voetbalclub en de sfeer in de klas. Dankzij die steun kunnen kinderen in de praktijk leren toepassen wat de interventie hen aanbiedt.
Maak afspraken over meten en bijsturen
Om perspectief voor kinderen en jongeren te helpen creëren is een effectieve en efficiënte inzet van de gezamenlijke aanpak noodzakelijk. Dit leidt tot vragen als: Doen we de goede dingen? En doen we de dingen goed? Voer regelmatig het gesprek over hoe het gaat met de jeugd. Op die manier achterhaal je of de beoogde doelen daadwerkelijk dichterbij komen. Bovendien kunnen na een tijdje andere speerpunten belangrijk worden, of blijkt het goed te zijn om de focus van de activiteiten te verleggen.
Denk vooraf al na over meten en monitoren. Als je het proces en de data met regelmaat bespreekt en op basis daarvan de aanpak bijstuurt, voer je een lerende beweging uit. Zo'n doelgerichte houding draagt bij aan betere resultaten. Lees meer op de pagina Zicht op welbevinden van jongeren.
Maak met elkaar afspraken om op de verschillende niveaus de voortgang te monitoren. In alle gesprekken over de monitoringscijfers is het van belang om met elkaar de gegevens te duiden en verklaren. Betrek verschillende perspectieven bij deze gesprekken, waaronder jongeren, ouders en professionals.
Tips
Bekijk de tips in de publicatie Het duurzaam beleggen van Welbevinden in de gemeente en op scholen van het Trimbos-instituut.
Betrek jongeren en ouders
De coronatijd heeft onderstreept hoe belangrijk het is om jongeren te betrekken bij de beleidsontwikkeling. Jongeren konden haarfijn aangeven hoe ze zich voelden en waar ze behoefte aan hadden. Het inzetten op ontmoeting, brede ontwikkeling van talenten en toegang tot hulp en steun zijn pijlers geworden van het beleid van gemeenten, onderwijspartijen en samenwerkingspartners in het jeugdveld. Meer informatie over het betrekken van jongeren vind je in de Handreiking duurzame jongerenparticipatie.
Ook de stem van ouders en opvoeders is belangrijk als het gaat om het bevorderen van welbevinden. Welke steun hebben zij nodig? Inspiratie voor het betrekken van ouders bij het beleid vind je hier in dit oogstdocument van de aanpak Met Andere Ogen.
Bronnen
- Effect van corona op jeugd, gezin en jeugdveld
- Werken aan mentale gezondheid van jongeren
- Handreiking Bevordering mentale gezondheid jeugd
- Naar gezamenlijke veerkracht en kansen voor iedereen
- Interventies gericht op het welbevinden en de sociaal-emotionele ontwikkeling van leerlingen
- Wat werkt bij sociaal-emotionele vaardigheidstrainingen
- Positieve ontwikkeling van jeugd
Lees ook
-
Omgaan met zorgen over het welbevinden van jongeren
Omgaan met zorgen over het welbevinden van jongerenVoor wieProfessionalsJe signaleert dat een kind niet lekker in zijn vel zit. Wat kun je als professional doen als je je zorgen maakt?