Wie betaalt de ondersteuning op school?

Wie de ondersteuning op school betaalt is niet altijd even helder. Wat betaalt het onderwijs en wat betaalt de gemeente? En wat doe je als dat onduidelijk is?

Welke ondersteuning valt onder de Wet Passend Onderwijs?

Kinderen kunnen op school extra ondersteuning nodig hebben om onderwijs te kunnen volgen. Het grootste deel van die ondersteuning wordt geregeld via de Wet Passend Onderwijs en wordt betaald door het onderwijs. Passend onderwijs betekent dat kinderen en jongeren begeleiding en ondersteuning krijgen in het reguliere onderwijs, bijvoorbeeld in de vorm van ambulante begeleiding, aangepast lesmateriaal, extra ondersteuning in de klas voor kinderen met ADHD of ASS, of in het speciaal onderwijs. Ook als onderwijsondersteuning een bijdrage kan leveren aan de ontwikkeling op andere leefgebieden blijft die de verantwoordelijkheid van het onderwijs.

Meestal kunnen de scholen deze onderwijsondersteuning bieden vanuit de basisondersteuning of met extra inzet of ondersteuningsmiddelen vanuit het Samenwerkingsverband (SWV) Passend onderwijs. In het SWV maken scholen afspraken over de verdeling van het beschikbare geld voor extra ondersteuning. Deze afspraken worden vastgelegd in een ondersteuningsplan.

Welke ondersteuning valt onder de Jeugdwet?

Sommige ondersteuningsvragen zijn erg specifiek of gaan over meer dan alleen het kunnen volgen van onderwijs. Dan vallen ze onder de Jeugdwet. De gemeente betaalt dan de kosten.  

Diagnose en behandeling, bijvoorbeeld voor autisme of een verstandelijke beperking, valt onder de Jeugdwet, net als dagbesteding voor kinderen die niet naar school kunnen. Onder de Jeugdwet valt verder ook opvoedondersteuning, jeugdbescherming en geestelijke gezondheidszorg voor kinderen en jongeren.

Op basis van de Jeugdwet kunnen wettelijke verwijzers een indicatie geven voor hulp. Deze verwijzers zijn bijvoorbeeld het wijk-, buurt- of jeugdteam of het Centrum voor Jeugd en Gezin, huisartsen, jeugdartsen, medisch specialisten, rechters en jeugdbeschermers en -reclasseringswerkers van Gecertificeerde Instellingen (GI's).

In sommige gemeenten werken jeugdhulpverleners op school om laagdrempelige ondersteuning in het kader van de Jeugdwet te geven. Meer hierover lees je op de pagina Jeugdhulp op school.

Waar ligt het grijze gebied?

Sommige ondersteuningsvragen vallen in een 'grijs' gebied omdat de verantwoordelijkheden van het onderwijs en de gemeente op bepaalde punten in elkaar overlopen. Zie hiervoor het rapport Inzicht in zorg in onderwijstijd van onderzoeksbureau Berenschot. Vaak gaat dit over begeleiding, bijvoorbeeld als het de vraag is wanneer de begeleiding bij het aanleren van vaardigheden de schoolse vaardigheden overstijgt en het jeugdhulp is. Ook kan het onduidelijk zijn of intelligentieonderzoek enkel bedoeld is om het schoolniveau te bepalen of onderdeel is van een diagnostisch proces voor jeugdhulp.

Om onduidelijkheid voor ouders te voorkomen is het belangrijk om met elkaar goede afspraken te maken over dat grijze gebied. Daarvoor kun je het schema van Schulink gebruiken. Dat geeft je een overzicht van de verschillende ondersteuningsvragen en de bijbehoren wetten. Ook op de website van Zorg in Regio Hart van Brabant vind je een overzicht.

Wat doen we in het grijze gebied?

In de samenwerking tussen ouders, kind of jongere, gemeente of lokaal team, onderwijs en zorgpartijen staat centraal wat het kind of de jongere nodig heeft. Niet altijd is duidelijk waar de verantwoordelijkheid ligt voor het 'grijze' gebied. Op basis van eerdere afspraken kan al duidelijk zijn hoe daarmee wordt omgegaan of wie daarover kan beslissen. Ook is misschien al afgesproken hoe gehandeld kan worden op de 'poreuze' randen van budgetten en beleid. Belangrijk is om als professionals op basis van de genomen besluiten te leren zodat er een gedeeld handelingskader ontstaat. Ga daarom bij de afstemming uit van:

  • Samenwerking 
  • Wederzijds vertrouwen 
  • Gezamenlijk belang (voor kinderen en jongeren)
  • Leren en bijstellen

Het belangrijkste in dit proces is om ouders, kinderen en jongeren duidelijkheid te geven over de  ondersteuning die geboden kan worden. Het helpt dan als professionals het mandaat hebben om hierover uitspraken te doen. Als er dan een 'grijs gebied' is in de financiering, worden ouders daar in het gesprek niet mee belast, maar regelen professionals dat onderling. Belangrijk is dat professionals kunnen terugvallen op vooraf gemaakte afspraken tussen de organisaties die zij vertegenwoordigen over het handelen in dergelijke situaties.

Ontschotting in het speciaal onderwijs

Voor de zorg in het speciaal onderwijs is een apart project van de ministeries van VWS en OCW. Daarin zijn de mogelijkheden onderzocht om de benodigde zorg in onderwijstijd eenvoudiger te financieren door de schotten tussen zorg en onderwijs weg te halen. Vijftig scholen kregen begeleiding van een zogeheten 'zorgarrangeur' bij het regelen van de financiering, dit jaar zullen op 25 scholen 'zorgarrangeurs' actief zijn. Ook is in twee regio's bekeken hoe een collectieve financiering georganiseerd kan worden.

Bekijk voor meer informatie de pagina Wat speelt er rond onderwijs-zorgarrangementen? en de publicatie Oplossingenlabs 2023: Iedereen doet mee.

Eva de Jong

Eva de Jong

senior medewerker inhoud