De geschiedenis van het jeugdstelsel

Al decennia wordt er gewerkt aan de verbetering van diverse stelsels rond de ontwikkeling van kinderen en jongeren. De geschiedenis van het jeugd- en onderwijsstelsel laat zien dat er voortdurend dezelfde wensen voor verbetering zijn, gevolgd door een stelselwijziging of een andersoortige interventie die dit zou moeten faciliteren. De achterliggende bedoeling lijkt daarbij steeds weer naar de achtergrond te verdwijnen.

Bij de verbeteringen van het jeugdstelsel gaat het steevast over:

  • Beter luisteren naar cliënten.
  • Een versterking van het preventief jeugdbeleid en ondersteuning op lokaal niveau.
  • Meer samenhang in jeugdhulpverlening, jeugd-ggz en jeugdbescherming op regionaal niveau en inbedding van die hulp in de leefwereld van gezinnen.
  • Verbetering van de samenwerking met het onderwijs.

Bij de verbeteringen van het onderwijsstelsel gaat het over:

  • Minder doorverwijzingen naar speciale voorzieningen.
  • Meer doorstroom/terugkeer naar regulier onderwijs bevorderen.
  • Samenhangende aanpak door een goede verbinding te maken met de jeugdzorg.

Historische ontwikkelingen

Het blijkt dat er al lange tijd veel onvrede is over hoe het stelsel in elkaar zit. Zoals in een rapport van de zogeheten Task Force Jeugdhulpverlening (1994) te lezen is: 'Een stelsel waarvan men zegt: "dat bedenk je niet"'. Twintig jaar eerder (1974) stelde de zogeheten Commissie Mik al dat de tot dan toe vooral landelijk georganiseerde en aangestuurde hulpverlening veel beter moet gaan aansluiten bij de leefwereld van de cliënten. Dat vereist ingrijpende veranderingen.

Ook valt op dat er al vroeg een wens én een beleid is om veranderingen door te voeren die vandaag de dag nog steeds op de agenda staan:

  • Betere toegang en regionale samenwerking in de zorg en meer luisteren naar cliënten (1974)
  • Betere verbinding met het onderwijs (1984)
  • Versterking van de aansluiting van lokale, regionale en landelijke voorzieningen (1996)
  • Een sterke eerstelijn (1998, 2000)
  • Gemeenten zijn verantwoordelijk voor onder meer toeleiding naar hulp, het bieden van lichte pedagogische ondersteuning en coördinatie van zorg (2007).

De huidige Jeugdwet is in dat perspectief te zien als een stap om tot een beter jeugdstelsel te komen. Maar die verbetering is met de invoering van deze wet nog niet vanzelf gerealiseerd. Het laat zien dat een stelselwijziging maar een deel van de oplossing is. Nodig zijn een gemeenschappelijke, inhoudelijke visie op de noodzakelijke verbeteringen, een gezamenlijk stappenplan om die visie te realiseren én de middelen en tijd om de beoogde andere werkwijze in praktijk en beleid te realiseren.

Hieronder een overzicht van markante momenten in de lange aanloop naar de huidige Jeugdwet en de ontwikkelingen die daarop volgen, met links naar soms unieke historische documenten.

Historisch overzicht

1974

  • Eindrapport Gemengde Interdepartementale Werkgroep Jeugdwelzijnsbeleid
    De vernieuwing van de jeugdzorg zette zich al vroeg in, zoals met de opkomst van de alternatieve hulpverlening in de vorm van de Sosjale Joenit in 1968 en het Jongeren Advies Centrum (JAC) in 1970. Het werk van de in 1974 ingestelde Gemengde Interdepartementale Werkgroep Jeugdwelzijnsbeleid, oftewel de Commissie Mik, geldt algemeen als het 'officiële' beginpunt van het denken over het jeugdstelsel als één geheel en de vertaling naar een interdepartementaal beleid.

    De commissie wil een toegankelijke en herkenbare hulpverlening die aansluit bij de leefwereld van de cliënten. Het krijgen van adequate hulp moet een recht worden en wie niet tevreden is, moet zich daarover kunnen beklagen. De aanbieders van hulp moeten op regionaal niveau samen verantwoordelijk worden voor een samenhangend aanbod.

1980

  • Financiering en beleid inzake de jeugdhulpverlening en jeugdbescherming zijn vooral rijksaangelegenheden. De jeugd-ggz, waaronder de medisch opvoedkundige bureaus, de jeugdpsychiatrische diensten (later deel uitmakend van de afdelingen jeugd van de Riaggs) en de kinder- en jeugdpsychiatrie, fungeren in het circuit van de gezondheidszorg.

1984

  • Eindrapport IWRV en Eindrapport IWAPV
    IWRV (residentiële voorzieningen voor jeugdigen) en IWAPV (ambulante en preventieve voorzieningen voor hulpverlening aan jeugdigen). Advies: De jeugdhulpverlening moet geregionaliseerd worden. Ook moeten de jeugdhulpverlening, jeugdbescherming en jeugd-ggz samenwerken in regionale samenwerkingsverbanden. Deze houden multidisciplinaire jeugdhulpadviesteams in stand die diagnostiek verzorgen bij ingewikkelde problematiek, adviseren over aangewezen hulp en het plaatsingsbeleid van instellingen toetsen. Scholen en jeugdhulpverlening moeten samenwerken in preventie.

1987

  • Groei van het speciaal onderwijs - Canon Speciaal onderwijs (Canonsociaalwerk.eu)
    Onderzoek naar de grote toename van leerlingen in het speciaal onderwijs. Het onderzoek vindt geen eenduidige verklaring, maar geeft aan dat de groei het gevolg is van een complex samenspel van factoren. Echte verandering, komt dus niet enkel door aan de toegang te sleutelen, maar door alle factoren, zoals het competitieve schoolsysteem, het klassikaal lesgeven, de competenties van leerkrachten, de verwachtingen van ouders en de aandacht voor zwakkere leerlingen te veranderen.

1989

  • Wet op de jeugdhulpverlening
    Decentralisatie jeugdhulpverlening van rijk naar provincies en grootstedelijke regio's. Regionale samenwerkingsverbanden en jeugdhulpadviesteams worden wettelijk verankerd. Later (in de memorie van toelichting van de 'Wet op de jeugdzorg') wordt geconstateerd dat de samenwerkingsverbanden en jeugdhulpadviesteams niet van de grond zijn gekomen.

1990

  • Beleidsnota Weer samen naar school (minister Wallage)
    De beleidsnota Weer samen naar school heeft als doel om de groei van het speciaal onderwijs af te remmen en het onderwijs in staat te stellen om kinderen met beperkingen of problemen zo lang mogelijk gewoon onderwijs te bieden. Daarvoor moeten 'reguliere' en 'speciale' scholen in overzichtelijke groepsverbanden  gaan samenwerken en onderling afspraken maken om de ondersteuning van kwetsbare leerlingen op school te verbeteren en daarvoor het geld efficiënt in te zetten.

1994

1996

1997

1998

  • Advies projectgroep Toegang
    Formuleert een afbakening van de vrij toegankelijke ambulante jeugdzorg (gemiddeld 15 contacten, geen indicatie nodig, rechtstreeks toegankelijk) en de geïndiceerde jeugdzorg (intensieve ambulante zorg, pleegzorg, daghulp en dag-en-nachthulp).
  • Projectgroep Toegang/IOG: protocol verwijzing jeugd-ggz
    Uitwerking van de procedure die gevolgd moet worden bij een vermoeden van ernstige psychiatrische problematiek.
  • Brief aan Tweede Kamer over knelpunten vorming bureau jeugdzorg
    De vorming van bureau jeugdzorg kent door interpretatieverschillen vele varianten. Het wettelijk kader moet aangescherpt worden en de financiering vergt verdere aandacht.
  • Regeerakkoord 1998
    Er komt een Wet op de jeugdzorg, met eenduidige aansturing en financiering VWS-deel, jeugd-ggz-AWBZ-deel, justitie-deel. Het bureau jeugdzorg, als één loket voor de jeugdhulpverlening, wordt een onafhankelijk rechtspersoon, onder één gezag met één financiering.
  • Wet primair onderwijs
    Dit wetsvoorstel voegt de bepalingen voor het basisonderwijs en speciaal onderwijs voor kinderen met leer- en opvoedingsmoeilijkheden (lom), moeilijk lerende kinderen (mlk) en in hun ontwikkeling bedreigde kleuters (iobk) samen in een Wet op het primair onderwijs. Scholen voor enkele andere categorieën zeer moeilijk opvoedbare kinderen komen onder de Wet op de expertisecentra te vallen.
  • 1998 Wet op de Expertisecentra
    Het speciaal onderwijs (so) werd onderverdeeld in vier clusters van expertise waarvoor je met een indicatie terecht kon: (1) blinde en slechtziende kinderen; (2) dove en slechthorende kinderen; (3) gehandicapte en langdurig zieke kinderen; (4) kinderen met stoornissen en gedragsproblemen. Maar ouders konden er ook voor kiezen om hun kind met een leerlinggebonden financiering (een 'rugzakje') in het regulier onderwijs te plaatsen. De so-scholen kregen daarvoor gezamenlijk de functie van Regionale Expertise Centra (REC) met twee taken: bieden van speciaal onderwijs en ambulante begeleiding van 'rugzakleerlingen' in het reguliere onderwijs.
  • In het regeerakkoord staat vastgelegd dat er een Wet basisvoorziening kinderopvang (Wbk) moet komen. Op dat moment kent de kinderopvang in Nederland nog geen eigen wettelijk kader; in plaats daarvan zijn een aantal financiële instrumenten (subsidies, fiscale voordelen) van kracht gericht op gemeenten, ouders en werkgevers. De wet zou de structuur van de kinderopvang moeten regelen, de verantwoordelijkheidsverdeling, de kwaliteit en het toezicht daarop en de financiering, waaronder de ouderbijdragen.

1999

  • Projectgroep Toegang: Eindadvies toegang tot de jeugdzorg
    Het brede bureau jeugdzorg is rechtspersoon op provinciaal niveau, en schakel in samenwerking met lokaal niveau. Kwaliteitseisen aan de functies. Het bureau biedt vrij toegankelijke ambulante jeugdzorg. Indicatiestelling geeft toegang tot geïndiceerde zorg, zorgtoewijzing regelt plaatsing. Het bureau voert tevens casemanagement, (gezins)voogdij en reclasseringstaken uit.
  • Rapport Commissie Gunther, adviescommissie Wet op de jeugdzorg
    Informatie en advies moeten lokaal worden geboden. Indicatiestelling en alle ambulante hulpverlening en behandelfuncties vallen onder een bureau jeugdzorg. Verblijf en verzorging wordt geboden door een residentiële organisatie. Zorgtoewijzing moet een soort aanbesteding worden. Per regio van 500.000 inwoners een bureau.

2000

  • Beleidskader Wet op de jeugdzorg
    Bureau jeugdzorg op provinciaal niveau met lokale vestigingen. Het biedt o.a. licht ambulante zorg. Het recht op zorg geeft de cliënt een aanspraak op het ontvangen van geïndiceerde zorg (jeugdhulpverlening, jeugd-ggz, jeugd-lvg). Maatregeluitvoering (de (gezins)voogdij-taken) moet ondergebracht worden in bureau jeugdzorg.
  • Toespraak staatssecretaris Vliegenthart
    Staatssecretaris Vliegenthart (VWS) uit zich als sterke voorstander van een breed bureau jeugdzorg: het biedt aanmelding, intake en screening, maar ook kortdurende ambulante hulpverlening, consultatie en advies.
  •  Hoofdlijnennota Wet Basisvoorzieningen Kinderopvang
    Contouren van het wetsvoorstel Wet basisvoorzieningen kinderopvang. De nota geeft aan dat subsidies in de toekomst naar ouders gaan en niet meer naar de gemeenten. De vraagfinanciering wordt verondersteld de keuzemogelijkheden voor de ouders te vergroten, kinderopvang op maat te produceren, een betere prijs-kwaliteitverhouding op te leveren en concurrentie tussen aanbieders te bewerkstelligen.

2002

  • Wetsvoorstel basisvoorziening kinderopvang aangeboden aan de TK. Het voorstel is een uitwerking van de bekostigingssystematiek van het wetsvoorstel basisvoorziening kinderopvang. In 2004 hebben de TK en EK de wet aangenomen.

2003

  • Inwerkingtreding Wet leerlinggebonden financiering (LGF-wet) in het voortgezet onderwijs
    Met het beleidsplan "De rugzak" wordt  een vorm van leerlinggebonden financiering geïntroduceerd. Op basis van een  onafhankelijke indicatiestelling ouders kunnen ouders kiezen om zorgondersteuning voor hun kind binnen het reguliere onderwijs te realiseren. De leerling neemt daarvoor een rugzakje met geld mee. Het geld gaat niet naar de ouders, maar naar de school. Het achterliggende idee is dat ouders op die manier scholen in hun buurt min of meer kunnen dwingen om zorg en ondersteuning te bieden aan hun kinderen, waardoor de toestroom naar het speciaal onderwijs verminderd zal worden.

2004

  • Plan van aanpak Operatie Jong
    Een samenwerkingsverband tussen de ministeries van VWS, OCW, Justitie, BZK en Financiën. Het centrale doel is een sterk, samenhangend en resultaatgericht jeugdbeleid.
  • Slotrapportage Jeugdzorgbrigade
    De voornaamste taak van de brigade is het signaleren van onnodige bureaucratie die de cliënt en jeugdzorginstellingen ervaren.

2005

  • Wet op de jeugdzorg
    Regeling van de aanspraak op, toegang tot en bekostiging van de jeugdzorg. Bureau jeugdzorg geeft indicatiebesluiten af voor de jeugdhulpverlening, de jeugd-ggz en de jeugd-lvg. Het verzorgt civielrechtelijke plaatsing in justitiële jeugdinrichtingen. Voorts voert het bureau taken uit in het kader van maatregeluitvoering, jeugdreclassering en het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling. Het bureau krijgt beperkte mogelijkheden om ambulante zorg te bieden.
  • Weer samen naar school | Rapport (Algemene Rekenkamer)
    Een kritisch rapport van de Algemene Rekenkamer over het 'weer samen naar school'-beleid. De Rekenkamer constateert dat de doelgroep voor 'zorg op maat' niet duidelijk was afgebakend, en dat ook niet duidelijk was waar de grenzen lagen van de door de school te bieden zorg op maat. Het lukt basisscholen (nog) niet om alle zorgleerlingen zorg op maat te geven. Basisscholen bleken wel steeds beter in staat te signaleren dat extra zorg nodig was, en waren ook steeds beter ingesteld op het bieden van zorg, maar het ontbrak ze vervolgens aan middelen en tijd om die zorg ook echt te verlenen.
  • Invoering van de wet Kinderopvang
    Hoofdpunten van de wet zijn: Ouders, werkgevers en overheid zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor kinderopvang; De keuze voor een systeem van vraagfinanciering waarbij de gebruikers centraal staan; Op landelijk niveau worden basiseisen gesteld aan de kwaliteit van opvang en aan het toezicht daarop.

2006

2007

  • Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)
    De gemeente is verantwoordelijk voor vijf vastgestelde taken binnen het lokaal preventief jeugdbeleid: informatie en advies, signalering, toeleiding naar hulp, pedagogische hulp (licht ambulante hulp), en coördinatie van zorg.
  • Beleidsplan ministerie voor Jeugd en Gezin
    In 2011 moet er in elke gemeente een Centrum voor Jeugd en Gezin zijn, voor ondersteuning van ouders bij de opvoeding van hun kinderen. De Centra voor Jeugd en Gezin en jeugdzorginstellingen zijn in een bepaald werkgebied jeugdigen verplicht zorg te bieden. Ook moet er in 2011 een landelijk dekkend netwerk van zorg- en adviesteams zijn voor alle leeftijdsgroepen.

2009

  • Evaluatieonderzoek Wet op de jeugdzorg
    In opdracht van het ministerie voor Jeugd en Gezin en het ministerie van Justitie heeft Advies- en Managementbureau BMC een evaluatieonderzoek naar de Wet op de jeugdzorg uitgevoerd.
  • Afsprakenkader 2010 - 2011, bestuursakkoord tussen het ministerie Jeugd en Gezin en het Interprovinciaal Overleg (IPO)
    Inhoud: de komende twee jaar richt dit akkoord zich op het terugdringen van de jeugdzorgvraag, door meer in te zetten op preventie en vroeginterventie.

2010

  • Kabinetsvisie over de toekomst van jeugd en gezin en brief
    Het demissionaire kabinet Balkenende IV heeft op 9 april 2010 haar visie gepresenteerd over de toekomst van de ondersteuning van en de zorg voor jeugdigen. Kernwoorden daarbij zijn: versterken van eigen kracht, meer ondersteuning en zorg van hoge kwaliteit die snel en dichtbij beschikbaar is. Om de zorg voor jeugd zo goed en eenvoudig mogelijk te organiseren, wordt de bestuurlijke verantwoordelijkheid op termijn bij gemeenten gelegd.
  • Jeugdzorg dichterbij, eindrapport van de werkgroep Toekomstverkenning Jeugdzorg
    In november 2009 is de werkgroep Toekomstverkenning Jeugdzorg ingesteld. Het doel van de verkenning was inzicht te krijgen in de aanbevelingen en conclusies uit eerder uitgevoerde of nog uit te voeren onderzoeken op het terrein van de jeugdzorg. De parlementaire werkgroep sprak met deskundigen en vertegenwoordigers van organisaties die direct betrokken zijn bij de jeugdzorg.
  • Reactie op eindrapport werkgroep Toekomstverkenning Jeugdzorg
    Op 1 september 2010 hebben minister Rouvoet van Jeugd en Gezin en minister Hirsch Ballin van Justitie in een brief gereageerd op het eindrapport van de werkgroep Toekomstverkenning Jeugdzorg.
  • Regeerakkoord
    Het kabinet-Rutte geeft in het regeerakkoord aan dat de jeugdzorg in zijn geheel overgaat naar de gemeenten. De nieuwe regering volgt daarmee voor een belangrijk deel de standpunten van het vorige kabinet en de werkgroep Toekomstverkenning Jeugdzorg.

2011

  • Transitiebrief Transitie jeugdzorg
    Er komt een nieuwe wet, de Wet zorg voor jeugd, ter vervanging van de huidige Wet op de jeugdzorg en wetsonderdelen over de jeugd-ggz en de jeugd-lvg uit de Zorgverzekeringswet en de AWBZ.
  • Beleidsbrief Geen kind buiten spel
    In deze brief staan de hoofdlijnen van het nieuwe stelsel. Gemeenten moeten een algemeen zorgaanbod hebben, waar kinderen en ouders zorg op maat kunnen krijgen. Veel gemeenten hebben al een Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) voor lichte hulp. Als ouders en kinderen straks meer gespecialiseerde hulp nodig hebben, schakelt het CJG die in.

2012

2013

2014

  • Nota n.a.v. verslag
    In deze nota geeft de regering opheldering over de vragen die bij de fracties leven
  • Afspraken zorginkoop jeugd-ggz
    Brief van staatssecretaris Van Rijn (VWS) en staatssecretaris Teeven (VenJ) aan de Tweede Kamer over de afspraken over de inkoop van de jeugd-ggz.
  • Stemming Eerste Kamer voor Jeugdwet
    De Eerste Kamer stemt op 18 februari in met de Jeugdwet.
  • Derde rapportage TSJ
    De Transitiecommissie Stelselwijziging Jeugd (TSJ) geeft in deze rapportage haar bevindingen over de voortgang van de transitie jeugd.
  • Publicatie Jeugdwet
    Publicatie van de Jeugdwet in het Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden.
  • Focuslijst 2014
    De ministeries van VWS en VenJ en de VNG publiceren een focuslijst 2014 voor de transitie jeugd.
  • Vierde rapportage TSJ
    De Transitiecommissie Stelselwijziging Jeugd (TSJ) geeft in deze rapportage haar bevindingen over de voortgang van de transitie jeugd.
  • Ontwerpbesluit Jeugdwet
    Staatssecretaris Van Rijn (VWS) en staatssecretaris Teeven (VenJ) sturen het ontwerpbesluit Jeugdwet naar Eerste en Tweede Kamer.
  • Wet passend onderwijs. Een stelselwijziging.
    Passend onderwijs betekent dat alle kinderen een plek krijgen op een school die past ze past. Ook als zij extra ondersteuning nodig hebben. Scholen in het PO en VO hebben een zorgplicht. Dit betekent dat kinderen recht hebben op een passende onderwijsplek op de eigen of een andere school. Het ondersteuningsprofiel van de school moet worden vastgelegd in de schoolgids. Voor de uitvoering van de zorgplicht werken scholen samen met andere scholen in een samenwerkingsverband passend onderwijs. Het staat de samenwerkingsverbanden vrij om te bepalen hoe zij de middelen voor extra ondersteuning verdelen (lumsum financiering). Het speciaal onderwijs en speciaal basisonderwijs blijft beschikbaar. Met de invoering van de wet passend onderwijs verdwijnen de samenwerkingsverbanden Weer Samen naar School en de regionale expertise centra. De leerlinggebonden financiering, ofwel het rugzakje is afgeschaft.

2015

  • De nieuwe Jeugdwet gaat van kracht.
  • Start evaluatieprogramma (2015-2020) van de wet passend onderwijs.
    De evaluatie bestaat uit verschillende deelonderzoeken waarin de implementatie van passend onderwijs wordt gevolgd en getoetst aan de beleidsdoelstellingen. Het onderzoek laat zien dat passend onderwijs op leerlingenniveau nog niet tot veel verandering heeft geleid. Kort na de invoering van de wet daalde de instroom in het speciaal onderwijs, maar die daling heeft niet doorgezet en sinds 2016 is weer sprake van een stijging. Het aantal thuiszitters stijgt eveneens, tegen de beleidsbedoelingen in.

2016

  • Eindrapport Transitiecommissie Sociaal Domein (TSD)
    Met de decentralisaties van de Jeugdwet, Participatiewet, WMO 2015 en de Wet Passend Onderwijs zijn belangrijke stappen gezet om synergie en samenhang in het jeugdstelsel te brengen. In het veld is men over het algemeen positief over de richting die is ingeslagen. Maar voor de échte veranderingen in de uitvoering is meer tijd nodig. De TSD signaleert een stroeve samenwerking tussen de partijen.
  • Brief kabinet over voortgang nieuw jeugdstelsel
    Periodiek brengt het kabinet verslag uit over de voortgang van de transformatie. In deze brief signaleert de regering dat de vernieuwingen goed zichtbaar worden. Enkele gemeenten nemen vergaande maatregelen omdat de budgetten voor gespecialiseerde jeugdhulp tekortschieten.
  • Monitor Transitie Jeugd (MTJ)
    De gezamenlijke cliëntvertegenwoordigers hebben afgelopen jaren met de MTJ de overheveling van de jeugdzorg naar de gemeenten gevolgd. In hun laatste rapportage signaleerden ze dat verschillende gemeenten nog ruim voor het einde van het jaar de budgetten op zijn en zorg niet geboden kan worden.

2016

  • SER advies Gelijk goed van start
    Visie op het toekomstige stelsel van voorziening voor het jonge kind. De SER concludeerde dat voorzieningen voor jonge kinderen zowel een belangrijk arbeidsmarktinstrument zijn als een instrument voor het vergroten van kansen van kinderen in hun ontwikkeling.

2017

2018

  • Eerste evaluatie Jeugdwet
    De evaluatie toont dat de basis van de jeugdhulp staat. De continuïteit van zorg in 2015 lijkt gerealiseerd. De toegang wordt langzaamaan sterker. De meeste cliënten zijn positief over de kwaliteit van hulp. Er is veel committment van partijen, maar de transformatie lijkt niet goed van de grond te komen. Zo zeggen de meeste gemeenten nog nauwelijks toe te komen aan preventie. De betrokkenen lijken de betekenis van de transformatie onvoldoende te doorgronden en het hele proces staat onder grote druk door bezuinigingen.
  • Actieprogramma Zorg voor de Jeugd
    Het Actieprogramma Zorg voor de Jeugd start als antwoord op de Eerste evaluatie Jeugdwet en heeft als hoofddoel de jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering merkbaar en meetbaar steeds beter te maken voor kinderen, jongeren en gezinnen, zodat ze op tijd passende hulp ontvangen.
  • Eindrapportage en Eindbericht Transitie Autoriteit Jeugd (TAJ)
    Bij het in werking treden van de Jeugdwet kreeg de TAJ de taak te volgen of de inkoopafspraken de continuïteit van jeugdhulp verzekerden. In het uiterste geval kon de TAJ het kabinet adviseren gemeenten een aanwijzing te geven of instellingen financieel te ondersteunen. Die steun bleek in een aanzienlijk aantal gevallen nodig. De TAJ maakte een terugblik en analyse van de situatie.
  • Zicht op de besteding van de middelen voor passend onderwijs
    Een verkennend onderzoek bij samenwerkingsverbanden, schoolbesturen en scholen voor primair onderwijs. De inspectie concludeert dat onduidelijk is waaraan het onderwijs middelen voor passend onderwijs besteedt en welke resultaten worden bereikt. Wel blijft onduidelijk welke resultaten gehaald worden met de gelden voor passend onderwijs, omdat samenwerkingsverbanden geen concrete doelen formuleren.
  • Wet Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang
    Introductie van een vergelijkbaar kwaliteitskader voor kinderopvang en peuteropvang (harmonisatie).

2019

  • Het groeiend jeugdzorggebruik over twintig jaar
    In een essay laat het Nederlands Jeugdinstituut zien dat in de laatste twintig jaar het jeugdzorggebruik enorm is gegroeid, met navenant stijgende kosten. Gemeenten en jeugdzorginstellingen worstelen om die zorg te bieden. Het essay beschrijft drie oorzaken voor de groei van het jeugdzorggebruik en wat nodig is voor een beter functionerend jeugdstelsel.
  • Evaluatie JeugdGGZ na de transitie
    Om echt laagdrempelige en passende hulp te kunnen bieden, moeten huisartsen en lokale teams kunnen beschikken over onder meer expertise van de jeugd-ggz. De jeugd-ggz opereert echter nog teveel als aparte sector. Van een echte integratie is nog weinig sprake. Naarmate de kosten van jeugdhulp stijgen, kiezen gemeenten voor een op controle gerichte sturingsstijl.
  • Brief kabinet over de Jeugdbescherming
    De ministers Hugo de Jonge en Sander Dekker laten de Tweede Kamer weten dat jeugdbescherming in ons land niet goed werkt. De beloften van de jeugdwet zijn nog onvoldoende ingelost, zo stellen zij. De betrokken instanties vormen een onoverzichtelijk geheel. Er is te weinig samenwerking en te weinig ruimte om te werken aan kwaliteit. Het kabinet zet met de brief een traject in gang dat tot verbeteringen moet leiden.
  • Kwetsbare kinderen onvoldoende beschermd | Rapport (Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd)
    De inspectie Gezondheidszorg en Jeugd en de Inspectie Justitie en Veiligheid  beoordelen dat de wijze waarop jeugdbescherming en jeugdreclassering wordt uitgevoerd niet acceptabel is. De overheid nam onvoldoende haar verantwoordelijkheid om kinderen te beschermen die ernstig in hun ontwikkeling werden bedreigd.

2020

  • Evaluatie passend onderwijs
    In de Jeugdwet en de Wet Passend Onderwijs staat dat de gemeenten en het onderwijs de zorg en ondersteuning voor kinderen en jongeren afstemmen op institutioneel en individueel niveau. De evaluatie laat zien dat in de praktijk onderwijs en jeugdhulp nog vaak gescheiden terreinen zijn. Het onderwijs heeft last van wachttijden bij jeugdhulp. Sommige gemeenten vinden dat scholen een te groot beroep doen op jeugdhulp.
  • Het gebruik van speciale onderwijsvoorzieningen over twintig jaar
    In een bijdrage aan de CBS Jeugdmonitor laat het Nederlands Jeugdinstituut zien dat in de laatste twintig jaar het gebruik van speciale onderwijsvoorzieningen hoog is. Voor een goede evaluatie van het passend onderwijs zijn betere kengetallen en een breder perspectief dan alleen een focus op het onderwijs nodig.
  • Advies Expertgroep over reikwijdte Jeugdwet
    Veel gemeenten hebben tekorten op de financiering van de jeugdhulp. Gemeenten worstelen met het open karakter van de Jeugdwet: wat valt er wel en niet onder? De VNG vroeg een team van experts de reikwijdte van de jeugdhulpplicht tegen het licht te houden. Het team stelt geen inperking van regels of een stelselaanpassing voor. Ze wijst op het belang van Jeugd­wet­overstijgend beleid, geduld, kennis en samenwerking om de transformatie te realiseren.
  • Rapport SCP over drie decentralisaties
    Blik op vijf jaar WMO, Jeugdwet en participatiewet. De resultaten blijven in de praktijk achter bij de hooggespannen verwachtingen. De betrokken ministeries zijn aan zet om realistische doelen te stellen en hun regels beter op elkaar af stemmen.
  • AEF-rapport over tekorten in de jeugdzorg
    AEF voerde in opdracht van het Rijk en de gemeenten een studie uit naar de signalen dat gemeenten te weinig middelen hebben om de Jeugdwet uit te voeren. Het rapport stelt dat het tekort jaarlijks tussen de 1,3 tot 1,5 miljard euro bedraagt. Oorzaken zijn een toename van het jeugdzorggebruik, hogere gemiddelde kosten van hulptrajecten, een achterblijvende vroegsignalering en te weinig werkzame preventie.
  • Brief kabinet aan Tweede Kamer over AEF-rapport
    Het kabinet zegt toe een Stuurgroep Maatregelen financiële beheersbaarheid Jeugdwet in te richten die maatregelen zal uitwerken die moeten bijdragen aan de financiële beheersbaarheid.
  • Voortgangsrapportage kwetsbare kinderen onvoldoende beschermd | Rapport (Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd)
    Voorgangsrapportage. Voor kinderen met een jeugdbeschermingsmaatregel is het nodig dat er nu actie komt. De verbeteringen die jeugdbeschermingsinstellingen en gemeenten in gang zetten, hebben effect op de langere termijn. Maar er is onvoldoende gebeurd voor de kinderen die nu een kinderbeschermings- of jeugdreclasseringsmaatregel hebben en nog geen hulp krijgen. Een actiegerichte aanpak is nodig om deze groep kinderen tijdig passende hulp te kunnen bieden.
  • Steeds inclusiever | Advies (Onderwijsraad)
    De Onderwijsraad is door de minister gevraagd een advies te geven. De onderwijsraad schetst een perspectief hoe het onderwijs op langere termijn inclusiever kan worden voor leerlingen en studenten met een beperking. Zodat stapsgewijs steeds meer scholen en mbo-instellingen klaarstaan voor leerlingen en studenten met een beperking.
  • Rapport Ongekend Onrecht 
    Parlementaire enquête commissie naar Kinderopvangtoeslag. In de kabinetsreactie biedt het kabinet excuses aan richting gedupeerde ouders en kinderen van het toeslagenschandaal.

2021

  • Brief BGZJ: wij stoppen deelname aan Stuurgroep financiële beheersbaarheid
    Bijlage
    De Branches Gespecialiseerde Zorg voor Jeugd (BGZJ) vinden de opdracht van het kabinet aan de Stuurgroep Maatregelen financiële beheersbaarheid Jeugdwet te veel gericht op bezuinigingen en te weinig op inhoudelijke verbeteringen. Het tijdspad waarin de stuurgroep maatregelen moet voorstellen achten ze onrealistisch. Ze pleiten voor meer eenvoud en uniformiteit bij de inkoop van en toegang tot jeugdhulp. Tot slot wil de BGZJ blijven inzetten op preventie.
  • Reactie NJi op AEF-rapport Stelsel in groei + De potentie van preventie: onderzoek naar de effectiviteit van preventie
    In een reactie op het rapport 'Stelsel in groei' van AEF stelt het NJi dat de focus van het rapport te beperkt is voor de vraag welke maatregelen te nemen zijn. Het is nodig om breder te kijken naar de kwaliteit van het jeugd- en gezinsbeleid van de overheid.
    In het rapport 'De potentie van preventie' stelt het NJi dat met sterke basisvoorzieningen en een samenhangend en goed onderbouwd preventiebeleid gemeenten de zorgvraag van kinderen, jongeren en ouders verminderen en het jeugdstelsel vernieuwen. 
  • Maatregelen financiële beheersbaarheid Jeugdwet
    Niets veranderen, de wettelijke jeugdhulpplicht van gemeenten inperken of die jeugdhulpplicht schrappen uit de Jeugdwet. Dat zijn de drie scenario's die de commissie-Sint schetst in haar rapport Maatregelen financiële beheersbaarheid Jeugdwet.
  • Reflectie NJi op recentralisatie inkoop specialistische jeugdhulp
    Deze reflectie werd opgesteld op verzoek van de Stuurgroep 'Maatregelen financiële beheersbaarheid jeugdwet'.
  • SER: Benut bestaande mogelijkheden jeugdzorgstelsel
    Om de meest urgente problemen in de jeugdzorg aan te pakken moet het Rijk met gemeenten afspreken dat zij meer gaan sturen op kwaliteit. Daarvoor moeten zij professionals meer ruimte geven en duurzame samenwerkingsrelaties met zorgaanbieders aangaan. Dat stelt de Sociaal-Economische Raad (SER) in een advies aan de toekomstige regering.
  • Eigenwijs transformeren
    Onderzoek naar de ervaringen van vijf gemeenten met de transformatie van de jeugdhulp.
  • NJi: Niet slingeren, maar transformatie doorzetten
    Nieuwe beleidsmaatregelen om het jeugdstelsel op orde te brengen, helpen alleen als ze gebaseerd zijn op een gezamenlijke visie en een heldere koers, met de complexiteit en weerbarstigheid van de praktijk als uitgangspunt. Dat stelt het Nederlands Jeugdinstituut (NJi) in reactie op twee rapporten over de jeugdzorg waarmee de nieuwe regering aan de slag moet.
  • Uitspraak arbitragecommissie + reactie Rijk
    Het kabinet stelt voor 2022 1,314 miljard euro extra beschikbaar aan gemeenten ter compensatie van de tekorten in de jeugdzorg. Dat komt bovenop de eerder toegezegde 300 miljoen euro voor dat jaar. Hierin is ook meegenomen dat gemeenten uitvoering geven aan maatregelen die in 2022 een besparing van 214 miljoen euro op de jeugdzorguitgaven opleveren. Het kabinet en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) hebben dat met elkaar afgesproken naar aanleiding van het oordeel van de Commissie van Wijzen.
  • Samen Verder 
    Rapport van de IGJ, Kinderombudsman, Nationale Ombudsman, Nederlandse Zorgautoriteit en Raad voor Volksgezondheid & Samenleving over kinderen en gezinnen met complexe problemen samen verder helpen.
  • De Jeugdsprong
    Dit advies van FNV, stichting Beroepseer en Public Space bevat ook verdergaande wijzigingen op het gebied van rollen, taken en geldstromen voor op de lange termijn, waarvoor een herorganisatie van de jeugdzorg noodzakelijk is.
  • Op de Groei
    Deze notitie van de Beweging van 0 is een uitnodiging om samen te investeren in wat jongeren doet floreren.
  • Toekomstscenario kind- en gezinsbescherming en reactie NJi
    Het toekomstscenario schetst op hoofdlijnen hoe de kind- en gezinsbescherming er over 5 tot 10 jaar (2026-2031) uit zou kunnen zien. + reactie NJi. Het is bedoeld om de jeugdbescherming ingrijpend te verbeteren. Lokale teams krijgen een centrale rol waarbij ze steun krijgen van regionale veiligheidsteams, die de huidige rol van Veilig Thuis, de Raad voor de Kinderbescherming en de gecertificeerde instellingen overnemen.
  • Rapport Kwetsbare kinderen onvoldoende beschermd | Rapport (Inspectie Justitie en Veiligheid)
    Vervolgrapportage van de Inspecties. Kwetsbare kinderen worden nog steeds onvoldoende beschermd.  Op veel plekken in het land gaat dat beter dan in 2020 en krijgen kinderen met een jeugdbeschermingsmaatregel direct een vaste jeugdbeschermer. Maar dit geldt nog niet overal.
  • Effect van corona op jeugd, gezin en jeugdveld. Een literatuuroverzicht
    Een overzichtsstudie van de gevolgen van de pandemie voor de jeugd een jaar na de corona-uitbraak (van maart 2020 tot en met maart 2021).
  • Nationaal Programma Onderwijs (NPO)
    Het Nationaal Programma Onderwijs (NPO) is een (niet-structureel) investeringsprogramma om de gevolgen van de coronacrisis voor leerlingen op cognitief, executief, sociaal en emotioneel vlak op te vangen. Ook gemeenten ontvangen hiervoor tijdelijk geld. De bedoeling is dat de maatregelen zo veel mogelijk aansluiten op de behoeften van kinderen in de gemeente en bij de interventies die scholen al uitvoeren.
  • Generatietoets opgenomen in het regeerakkoord
    Het kabinet gaat kijken welk effect landelijk beleid op jongeren heeft. Op thema's zoals klimaat, veiligheid, kansengelijkheid. Die informatie wordt vervolgens gebruikt bij de beleidsvorming. Door deze 'generatietoets' hoopt het kabinet de leefomstandigheden van jongeren flink te verbeteren.
  • Aanscherping burgerschapsopdracht voor scholen
    De wet geeft het onderwijs meer richting en maakt de burgerschapsopdracht minder vrijblijvend.
  • SER advies Een kansrijke start voor alle kinderen
    Naar inclusieve en toegankelijke voorzieningen voor kinderen van 0-13 jaar. Om de kinderopvang toegankelijk te maken voor alle kinderen SER een financieel toegankelijk aanbod van 2 dagen kinderopvang per week voor kinderen van 0 tot 4 jaar en een aantrekkelijk en kwalitatief goed bso-aanbod.

2022

2023

  • Wetsvoorstel voor herinvoering basisbeurs naar de Tweede Kamer
    Studenten in het hoger onderwijs krijgen vanaf het studiejaar 2023-2024 weer een basisbeurs. Ook worden de terugbetaalregimes voor mbo-studenten gelijk getrokken met die van studenten op het hoger onderwijs. Dat zorgt voor een meer gelijkwaardige positie van mbo'ers.
  • Definitief akkoord Hervormingsagenda jeugd
    De Hervormingsagenda Jeugd is een pakket van maatregelen om de jeugdzorg te verbeteren en tegelijkertijd betaalbaar te maken. Het Rijk heeft dit plan opgesteld samen met cliëntenorganisaties, beroepsverenigingen, de Branches Gespecialiseerde Zorg voor Jeugd en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten.
  • Brief contouren Werkagenda Route naar inclusief onderwijs 2035
    Het gaat om onderwijs waarbij kinderen met en zonder beperking of ziekte samen naar school gaan. In de brief wordt de kamer geïnformeerd over de contouren van de werkagenda inclusief onderwijs 2035; acties en maatregelen voor inclusief onderwijs en de vervolgstappen rondom de werkagenda.
  • Advies Kwaliteit en Blijvend Leren
    In het kader van de Hervormingsagenda is aan de kwartiermaker Kwaliteit en blijvend leren de opdracht gegeven om een advies te geven hoe te werken aan kwaliteit en blijvend leren in de jeugdhulp.
  • Uitvoeringsplan om en afbouw gesloten jeugdhulp
    Alle instellingen voor gesloten jeugdhulp werken in 2025 kleinschalig en bewegen naar nul gesloten plaatsingen in 2030. Dat is het doel van het Uitvoeringsplan Af- en Ombouw gesloten jeugdhulp.
  • Mentaal welbevinden van de jeugd: lessen uit de coronacrisis (NJi)
    In het overzichtsrapport 'Mentaal welbevinden van de jeugd: lessen uit de coronacrisis' bundelt het Nederlands Jeugdinstituut veertig onderzoeken uit de periode maart 2020 tot april 2022, uitgevoerd door ruim twintig onderzoeksinstellingen. De uitkomsten zijn vervolgens besproken met onderzoekers en jongeren. Hun belangrijkste conclusie: jongeren willen meer oog voor hun mentaal welbevinden.
  • Andere kijk groeiend jeugdzorggebruik (NJi)
    Het beroep op jeugdzorg is de afgelopen jaren enorm gegroeid. Toch lijkt het niet beter te gaan met kinderen en jongeren in Nederland. In dit essay analyseert het Nederlands Jeugdinstituut de beschikbare gegevens en pleit het voor een verbetering van de omgeving waarin kinderen en jongeren opgroeien.
  • Promotieonderzoek Sharon Stellaard: Boemerangbeleid
    In het onderzoek is het Nederlands beleid gericht op jeugdzorg en passend onderwijs geanalyseerd. Hierin wordt geconcludeerd dat daar al tientallen jaren dezelfde problemen spelen. Elke hervorming om de problemen van beleid op te lossen, zorgt weer voor nieuwe problemen en die geven weer aanleiding voor nieuwe hervormingen.
  • Meer aandacht, meer geld en slimme samenwerking voor gezondheid en preventie (Rijksoverheid.nl)
    Het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA) is een akkoord dat is opgesteld tussen de rijksoverheden, gemeenten (VNG), zorgverzekeraars en de GGD. Het doel van het akkoord is het bereiken van een gezonde generatie in 2040. In het GALA worden verschillende thema's en akkoorden aan elkaar verbonden. Met als doel een integrale visie en aanpak op die thema's die bijdragen op het gebied van preventie, gezondheid en een stevige sociale basis.

2024

  • Wet gesloten jeugdhulp: strengere voorwaarden (NJi)
    De Wet Rechtspositie gesloten jeugdhulp treedt op 1 januari 2024 in werking. De nieuwe wet stelt scherpe eisen aan de toepassing van vrijheidsbeperkende maatregelen in de gesloten jeugdhulp, met als doel om vrijheidsbeperking zoveel mogelijk te voorkomen. 
  • Gemeenten en aanbieders stoppen met ZIKOS (VNG)
    De zwaarste vorm van gesloten jeugdzorg stopt definitief in de huidige vorm. Dat hebben professionals, aanbieders, gemeenten en het Rijk besloten. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) maakt op korte termijn afspraken met aanbieders van gesloten jeugdhulp om de lopende overeenkomst te ontbinden. Dit besluit is mede genomen op basis van het rapport van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) waaruit blijkt dat de zorg voor kinderen met zeer complexe psychiatrische problemen op de ZIKOS-afdelingen tekortschiet. Lees hier de bijdrage van het NJi: ZIKOS-afdelingen sluiten definitief (NJi.nl)
  • Gebruik van mobiele telefoons niet toegestaan in de klas
    Sinds 1 januari 2024 is het gebruik van mobiele telefoons niet meer toegestaan op middelbare scholen en basisscholen. Scholen moeten zelf met leraren, leerlingen en hun ouders afspraken maken hoe dit er op hún school precies uit gaat zien. Lees hier de bijdrage van het NJi: ​​​​OCW: Geen mobieltjes in de klas (NJi.nl).
Afke Donker

Dr. Afke Donker

senior medewerker monitoring en sturingsinformatie