De maatschappij is altijd in ontwikkeling. Ouderschap en opvoeden en de visie daarop is daarmee constant in beweging. Als professional is het belangrijk met deze veranderingen mee te bewegen. Blijf kritisch kijken of dat wat je doet nog past bij hoe we in de maatschappij kijken naar opvoeding en ouderschap.
19e en 20e eeuw
Begin negentiende eeuw verschenen langzaam de eerste cursussen voor ouders. In de twintigste eeuw werd het eerste voorlichtingsmateriaal ontwikkeld. De opvoedingsondersteuning groeide en bloeide en de eerste voorlopers van Centra voor Jeugd en Gezin werden geopend. Aan het einde van deze eeuw had men veel aandacht voor preventie die vooral gericht was op risicogroepen. De projecten rondom opvoedondersteuning in de jeugdgezondheidszorg groeiden.
21ste eeuw: aandacht voor opvoedsteun alle ouders
In de eenentwintigste eeuw kreeg men aandacht voor hulp in de opvoeding voor álle ouders. Opvoedwinkels, opvoedbureaus en pedagogisch spreekuren kregen steun. Opvoedsteun werd een taak voor de jeugdgezondheidzorg. Het concept voor de centra waarbij verschillende voorzieningen voor ouders bij elkaar onder één dak huizen werd omarmd door de politiek. Een nieuw tijdperk voor de ontwikkeling van ondersteunend aanbod brak aan. Alsook het systematisch onderzoeken van de effectiviteit van opvoedsteun.
Tegenwoordig is het aanbod van opvoedingsondersteuning voornamelijk in handen van de CJG's, wijkteams of jeugd- en gezinsteams. Dat betekent dat het aanbod per gemeente kan verschillen. Het aanbod is toegespitst op de vragen en behoeften van ouders in die betreffende gemeente.
Recente ontwikkelingen
Sinds de decentralisatie van de jeugdzorg wordt van ouders verwacht dat zij zelfredzaam zijn ofwel zich zelfstandig kunnen redden. Dit doet een beroep op wat ouders kunnen. Er wordt meer gekeken naar het netwerk van de ouders en wie hen kan versterken bij het opvoeden.
Samenwerken in de wijk
Daarbij is ook de samenwerking tussen professionals en partijen als buurtbewoners en vrijwilligers belangrijker geworden. Zij moeten samen werken aan het bevorderen van een veilig en stimulerend opgroei- en opvoedklimaat in de wijk. Ook is er meer aandacht voor preventie.
Ouderschap als een geheel
Verder benadert men ouderschap steeds meer als geheel. Een ouder die zich goed voelt in zijn ouderschap met alle bijkomende aspecten, beleeft het ouderschap positiever. Deze ouder heeft meer vertrouwen waardoor opvoeden makkelijker wordt. De professional kijkt steeds meer vanuit die brede blik naar de ouder. En ondersteunt de ouder daar waar nodig is met zorg op maat.
Extra aandacht voor de eerste 1001 dagen
De eerste 1001 dagen van conceptie tot 2 jaar, zijn cruciaal voor een gezonde, veilige en kansrijke ontwikkeling van het kind (Roseboom, 2018). Het manifest The 1001 critical Days kreeg in Engeland brede politieke steun. In navolging van dit manifest heeft een aantal samenwerkende organisaties (DAIMH, NIP, NVO en Babywerk) het initiatief genomen om een Nederlandse versie van dit manifest te ontwikkelen. Inmiddels heeft ook een groot aantal beroepsverenigingen, belangenorganisaties, wetenschappers en andere belangstellenden zich bij dit initiatief aangesloten.
Versterken van de rol van vaders
Steeds vaker wordt op basis van onderzoek benadrukt dat vaders een belangrijke rol spelen in de ontwikkeling van hun kind. Sardes biedt met het project Mannen en opvoeding veel inspiratie en tools voor professionals om vaders uit te dagen actief na te denken over het ouderschap en zich met de opvoeding te bemoeien. Ook de rijksoverheid investeert in versterking van de band tussen vaders en kinderen.
In het regeerakkoord (oktober 2017) kiest het kabinet voor verlenging van het kraamverlof voor partners van twee naar vijf dagen in 2019, met in 2020 een aanvullend verlof van vijf weken.
Bron
Roseboom, T. (2018). De eerste 1000 dagen. Utrecht: De tijdstroom