Testvoorrang geldt voor residentieel en ambulant

Zowel medewerkers van de residentiële jeugdhulp als ambulante jeugdhulpverleners komen in aanmerking voor voorrang bij het afnemen van een coronatest. Dat blijkt uit de antwoorden van het ministerie van VWS op vragen over het testbeleid.

Medewerkers wiens werk valt onder de Jeugdwet kunnen met voorrang getest worden als zij essentieel zijn voor de directe ondersteuning van cliënten en de continuïteit van zorg. Ook is een voorwaarde dat er geen collega is die hen kan vervangen.

De voorrang geldt voor medewerkers die werken in een residentiële instelling, een gezinshuis of de logeeropvang. Ook sommige ambulante jeugdhulpverleners komen in aanmerking voor voorrang. Dat geldt bijvoorbeeld voor mensen die werken met kinderen en jongeren met ernstige psychische of gedragsproblemen of met een verstandelijke beperking, en voor medewerkers van dagbestedingsinstellingen.

Ook zorgverleners die betaald worden uit een persoonsgebonden budget kunnen met voorrang getest worden. Voorwaarde is dat zij geen informele zorgverlener zijn. De zorgverlener moet een kopie van de zorgovereenkomst meenemen naar de teststraat.

Binnen elke GGD-regio is er minstens één teststraat waar zorgmedewerkers met prioriteit getest kunnen worden. Zij moeten kunnen bewijzen dat ze in de zorg werken. Het ministerie benadrukt dat het belangrijk is dat werkgever en werknemer samen bekijken of het echt nodig is dat een medewerker met klachten met voorrang getest wordt.

Bron: Ministerie van VWS