Samen werken aan feitenonderzoek jeugdbescherming
Het feitenonderzoek in de jeugdbescherming vraagt om verbeteringen en daar zijn mogelijkheden voor. Daarbij is het belangrijk dat professionals en cliënten samenwerken op basis van zoveel mogelijk gelijkwaardigheid, ondanks het gedwongen karakter van die samenwerking. Dat blijkt uit de studie Samen werken aan feitenonderzoek, uitgevoerd door het Nederlands Jeugdinstituut.
Kritiek van ouders op de kwaliteit van het feitenonderzoek was aanleiding voor het Actieplan Verbetering Feitenonderzoek in de Jeugdbeschermingsketen, dat de gecertificeerde instellingen, de Raad voor de Kinderbescherming en Veilig Thuis in 2018 opstelden. Als onderdeel van dat plan is het Nederlands Jeugdinstituut gevraagd goede en minder goede voorbeelden van feitenonderzoek te beschrijven. De onderzoekers spraken daarvoor met professionals, cliënten en beleidsmakers van organisaties uit de jeugdbeschermingsketen.
Het feitenonderzoek in de jeugdbescherming is een complexe zaak. Er is spanning tussen ouders die zich onvoldoende gehoord voelen en professionals die de verantwoordelijkheid voelen om kinderen te beschermen. In de studie zijn geen pasklare oplossingen gevonden om die spanning op te heffen. Wel is duidelijk dat de oplossing begint met een intensieve samenwerking tussen cliënten en professionals, op basis van een zoveel mogelijk gelijkwaardige werkrelatie.
Het rapport biedt concrete tips voor cliënt en jeugdbeschermer om hun onderlinge samenwerking te verbeteren. Stuur bijvoorbeeld als jeugdbeschermer geen brief waarin je meldt wanneer je op huisbezoek komt, maar bel even om te vragen wanneer het uitkomt. Ook is het goed als jeugdbeschermer en cliënt aandacht hebben voor de emoties die gedwongen hulp met zich meebrengt, zowel bij henzelf als bij de ander. Spreek een stopteken af voor als de spanning in een gesprek te hoog oploopt, zodat de gesprekspartners tot rust kunnen komen. Informeer cliënten over hun rechten en plichten en wijs ze erop dat zij zich in een gesprek kunnen laten bijstaan door een vertrouwenspersoon of een ervaringsdeskundige.
Ook in de methodiek van het feitenonderzoek en de rapportage valt winst te behalen. Die verbetering kan het beste plaatsvinden binnen de bestaande werkprocessen. Het gaat bijvoorbeeld om een duidelijke onderbouwing van beslissingen over hulpverlening, met oog voor de ontwikkeling van het kind en beschermende factoren in zijn omgeving. Ook is het belangrijk dat professionals uitgebreide diagnostiek doen, in hun rapportage feiten en meningen scheiden, zich richten op het versterken van wat al goed gaat in het gezin en een rapportage schrijven in heldere taal.
Het versterken van de kwaliteit van het feitenonderzoek en de rapportage vraagt om een doorgaand leerproces. Daarin moeten de professionals scholing en training krijgen, maar vooral ook in de praktijk lopende en afgesloten casussen evalueren om te leren wat goed gaat en wat beter kan. Het is essentieel dat ouders en kinderen of hun vertegenwoordigers daarbij betrokken zijn.
Bron: Nederlands Jeugdinstituut
Pers
Ben je journalist? Dan kun je:
- je vraag stellen via pers@nji.nl
- bellen met 030 - 23 06 349 (maandag tot en met vrijdag tussen 8.30 en 17.00 uur)
- bellen met 06 - 25 66 07 57 (maandag tot en met donderdag tussen 8.30 en 17.00 uur)