De Tweede Kamer heeft op 26 oktober een motie aangenomen die de regering vraagt te onderzoeken of, en zo ja hoe een 'formeel steunpersoon' het beste verankerd kan worden in de Jeugdwet. Aanleiding voor de motie was een initiatiefnota van Tweede Kamerlid René Peters (CDA) over de inzet van steunfiguren zoals mentoren en maatjes in de jeugdhulp.
Peters wil in de Jeugdwet vastleggen dat iedere jongere het recht heeft op een formeel steunpersoon. Dat is een vertrouwde bekende, bijvoorbeeld een familielid, buur of trainer. De steunfiguur kan jongeren en hun ouders bijstaan als zij te maken hebben met jeugdzorg. De steunfiguur is betrokken en onafhankelijk, en heeft voldoende emotionele afstand om rustig met jongeren, ouders en hulpverleners mee te denken over belangrijke beslissingen.
Steunfiguren zoals mentoren en maatjes worden nu nog te weinig ingezet, vindt Peters. Daarom is het volgens hem nodig het recht op een steunfiguur wettelijk vast te leggen. Dat versterkt de rechtspositie van ouders en jongeren in het hulpverleningsproces en voorkomt willekeur bij de beslissing om wel of niet een steunfiguur in te zetten.
Bron: Tweede Kamer
Meer informatie
Initiatiefnota over formeel steunpersoonMotie over de initiatiefnotaStemmingen Tweede Kamer op 26 oktober
Lees ook
-
Mentoren en maatjes voor jongeren
Mentoren en maatjes voor jongerenProfessionalsBeleidsmakersDeze notitie beschrijft de verschillende vormen van mentoren en maatjes, wat zij betekenen voor het jeugdveld, praktijkervaringen en onderzoeksresultaten.