Cijfers over schoolverzuim en thuiszittende leerlingen

Laatste actualisatie
Voor wie
Professionals
Beleidsmakers

Langdurig relatief verzuim

Langdurig relatief verzuim is toegenomen

In het schooljaar 2022/2023 waren er 3.881 leerlingen die langdurig relatief verzuimen. Dit zijn leerlingen die op een school staan ingeschreven en langer dan vier weken ongeoorloofd afwezig zijn. Deze groep wordt ook wel als thuiszittende leerlingen of thuiszitters aangeduid.

Een jaar eerder ging het om 3.246 leerlingen die langdurig verzuimen. Van de 3.881 kinderen en jongeren in 2022/2023 gingen er 2.797 langer dan drie maanden niet naar school (Inspectie van het onderwijs, 2024).

Grafiek Langdurig relatief verzuim per schooljaar

Gegevens in een tabel

Langdurig relatief verzuim per schooljaar

Schooljaar Aantal kinderen
2015-2016 4.287
2016-2017 4.116
2017-2018 4.174
2018-2019 3.917
2019-2020 3.385
2020-2021 3.328
2021-2022 3.246
2022-2023 3.881

In 2020 brak de coronapandemie uit. Houd hiermee rekening bij het interpreteren van de trend.

Uit onderzoek van oudervereniging Balans blijkt dat er in het schooljaar 2022/2023 naar schatting 70.000 thuiszittende leerlingen waren. Het aantal thuiszittende leerlingen, zoals door het ministerie aangegeven, zegt volgens Balans nog niets over de 'verborgen thuiszitters'. Dit zijn bijvoorbeeld kinderen die niet meer of slechts deels naar school gaan maar nog wel ingeschreven staan, of langdurig ziekgemeld zijn (Balans, 2024).

Relatief verzuim per schooljaar

Ook het relatief verzuim is toegenomen

In 2022/2023 waren er 65.715 leerlingen die meer dan zestien uur in vier weken zonder geldige reden niet op school waren, zogeheten relatief verzuim. Een jaar eerder waren dat nog 58.859 leerlingen. Sinds 2019/2020 stijgt het aantal leerlingen dat ongeoorloofd verzuimt elk jaar. In 2019/2020 ging het om 49.157 leerlingen.

Vanwege de coronamaatregelen en afstandsonderwijs waren scholen in deze periode echter niet verplicht om verzuimmeldingen door te geven. Ook was bij afwezigheid van een leerling niet altijd duidelijk om welk type verzuim het ging (Ingrado, 2024b).

Relatief verzuim per schooljaar

Schooljaar Totaal relatief verzuim
2015-2016 68.262
2016-2017 66.725
2017-2018 63.443
2018-2019 63.732
2019-2020 49.157
2020-2021 50.220
2021-2022 58.859
2022-2023 65.715

 

Percentage leerlingen die naar eigen zeggen heeft gespijbeld

Jongens geven aan iets meer te spijbelen dan meisjes

Jongens geven in 2021 aan dat ze iets meer hebben gespijbeld dan meisjes, maar het verschil is niet significant. In die leeftijdsgroep had 19,3 procent van de jongens de laatste maand ten minste één uur gespijbeld, tegen ruim 17,4 procent van de meisjes. Oudere leerlingen spijbelden veel vaker dan jongere: bij 12-jarigen ging het om 10,8 procent en bij 16-jarigen om 29,3 procent. Verder bleken vwo-leerlingen minder vaak te spijbelen dan havo- en vmbo-leerlingen. Daarnaast spijbelden leerlingen uit eenoudergezinnen vaker dan leerlingen die bij twee ouders wonen. Tot slot bleken leerlingen uit gezinnen met een hoge welvaart meer te spijbelen dan leerlingen uit gezinnen met een lage of gemiddelde welvaart.

Ten opzichte van 2017 is het percentage leerlingen in het voortgezet onderwijs zegt te spijbelen flink gestegen. Toen ging het om 13 procent van de leerlingen. Deze stijging geldt voor zowel jongens als meisjes (Boer e.a., 2022). Deze gegevens komen uit het vierjaarlijkse HBSC-onderzoek onder scholieren van 12 tot en met 16 jaar. In dit onderzoek worden zij bevraagd over allerlei zaken die met hun gezondheid en welzijn te maken hebben. Er wordt onder andere gevraagd of zij de laatste maand minimaal één lesuur hebben gespijbeld.

Grafiek Percentage leerlingen die naar eigen zeggen hebben gespijbeld in 2021
  12 jaar 13 jaar 14 jaar 15 jaar 16 jaar
Aantal kinderen 10,8 14,9 18,0 21,3 29,3

In 2020 brak de coronapandemie uit. Houd hiermee rekening bij het interpreteren van de trend. Deze cijfers worden elke vier jaar geactualiseerd.

Absoluut verzuim

Na een daling, stijgt sinds 2018 het absoluut verzuim

In het schooljaar 2022/2023 stonden in totaal 13.707 leerplichtige kinderen en jongeren op enig moment niet ingeschreven bij een school. Tussen het schooljaar 2013/2014 en 2017/2018 daalde het aantal leerplichtige kinderen en jongeren zonder schoolinschrijving. In 2013/2014 waren dit er 6.714, in 2017/2018 waren dit er nog maar 4.515. Sindsdien stijgt het aantal. De grootste stijging was in het schooljaar 2021/2022: van 5.491 in 2020/2021 naar 10.240 in 2021/2022. In 2022/2023 is het aantal kinderen en jongeren zonder inschrijving op een school verder gestegen naar 13.707 (Inspectie van het onderwijs, 2024).

Grafiek Absoluut verzuim per schooljaar

Gegevens in een tabel

Absoluut verzuim per schooljaar

Schooljaar Aantal kinderen en jongeren
2013-2014        6.714
2014-2015        5.956
2015-2016 5.101
2016-2017 4.565
2017-2018 4.515
2018-2019 4.958
2019-2020        5.570
2020-2021 5.491
2021-2022 10.240
2022-2023 13.707

In 2020 brak de coronapandemie uit. Houd hiermee rekening bij het interpreteren van de trend.

Ook het absoluut verzuim van meer dan drie maanden stijgt

Ook het aantal leerplichtige kinderen dat langer dan drie maanden niet staat ingeschreven op een school is gestegen. In 2022/2023 ging het om 5.514 leerlingen. Een jaar eerder ging het nog om 3.181 kinderen en jongeren (Inspectie van het onderwijs, 2024).

De toename van het aantal kinderen dat langer dan drie maanden niet is ingeschreven op een school, komt vooral door de toename van het aantal kinderen dat naar Nederland immigreerde. Dat blijkt uit onderzoek van Ingrado. Er was in het schooljaar 2022/2023 niet direct voldoende capaciteit beschikbaar in het onderwijs voor deze kinderen (Ingrado, 2024a).

Grafiek Absoluut verzuim langer dan drie maanden

Gegevens in een tabel

Absoluut verzuim langer dan 3 maanden

Schooljaar Aantal kinderen
2018-2019 2.078
2019-2020 2.451
2020-2021 2.221
2021-2022 3.181
2022-2023 5.514

Vrijstellingen leerplicht

Toename van het aantal vrijstellingen

Het aantal vrijstellingen onder artikel 5a stijgt sinds 2018/2019. Dit zijn kinderen die psychisch of lichamelijk niet in staat zijn om naar school te gaan. Dit aantal groeit van 6.022 in schooljaar 2018/2019 naar 8.422 in 2022/2023 (Ingrado, 2024b).

Grafiek Vrijstelling leerplicht (artikel 5a)

Gegevens in een tabel

Aantal kinderen en jongeren met vrijstelling leerplicht (artikel5a)

Schooljaar Aantal kinderen en jongeren
2018-2019 6.022
2019-2020 6.361
2020-2021 7.083
2021-2022 7.389
2022-2023 8.422

In 2020 brak de coronapandemie uit. Houd hiermee rekening bij het interpreteren van de trend.

Toelichting op de gebruikte begrippen

Relatief en langdurig relatief verzuim

Relatief verzuim gaat over kinderen en jongeren die zonder geoorloofde reden niet naar school gaan. Bij relatief verzuim gaat het om verzuim van minimaal 16 uur in vier weken. Duurt het verzuim vier weken of langer, dan noemen we dat langdurig relatief verzuim.

Dit kan zijn omdat de leerling tijdens schooltijd zonder toestemming van school op vakantie gaat, of omdat een leerling als gevolg van problemen op school, privé of in diens leefomgeving niet naar school gaat. Of gewoon omdat de leerling soms liever buiten speelt, shopt of voetbalt. Dit laatste wordt ook wel spijbelen genoemd. Regelmatig spijbelen kan een voorbode zijn van voortijdig schoolverlaten. Geoorloofde redenen om te verzuimen zijn onder andere ziekte, bezoek aan dokter of tandarts, bijwonen van een bruiloft of begrafenis en het vieren van religieuze feestdagen. 

Thuiszittende kinderen en jongeren

Langdurig relatief verzuim gaat over kinderen en jongeren die nog leer- of kwalificatieplichtig zijn en die langer dan 4 weken ongeoorloofd verzuimen. Ze volgen voor een langere tijd geen of weinig onderwijs. Deze groep wordt tot de thuiszitters gerekend. Bij deze groep kinderen is er over het algemeen meer aan de hand dan alleen maar spijbelen. Let op: dit zijn dus alleen de kinderen die zonder geoorloofde reden thuis zijn. Kinderen en jongeren met een ziekmelding die langdurig thuiszitten zijn geoorloofd afwezig. Ook met deze groep is vaak meer aan de hand. Deze aantallen worden landelijk nog niet gemonitord. De verwachting is dat met het intreden van wet 'Terugdringen verzuim' dit wel gaat gebeuren. Het wetsvoorstel is nu nog in ontwikkeling (Overheid.nl).

Absoluut verzuim

Absoluut verzuim gaat over kinderen en jongeren die nog leer- of kwalificatieplichtig zijn en voor een kortere of langere tijd niet op een school staan ingeschreven. Al vanaf de eerste dag dat er geen schoolinschrijving is, is sprake van absoluut verzuim. Een deel van deze groep heeft een vrijstelling van leerplicht en een deel ook niet. Deze laatste groep wordt, bijvoorbeeld door de landelijke oudervereniging Balans ook tot de thuiszitters gerekend.

Vrijstelling van leerplicht

Een vrijstelling van leerplicht betekent dat leer- en kwalificatieplichtig kinderen en jongeren geoorloofd geen inschrijving hebben op een school. Er zijn drie soorten vrijstellingen:

  • Vrijstelling artikel 5a voor kinderen die psychisch of lichamelijk niet in staat zijn om naar school te gaan.
  • Vrijstelling artikel 5b voor kinderen wiens ouders overwegende bedenkingen hebben tegen de richting van alle scholen op redelijke afstand van de woning.
  • Vrijstelling artikel 5c voor kinderen die in het buitenland op school zitten.

Meer informatie

Lees meer over thuiszittende leerlingen op de website van oudervereniging Balans.

Lees meer over verzuim en schoolaanwezigheid op de website van Ingrado.

Meer informatie over gebruikte onderzoeken:

Lees ook

Deniz Ince

Drs. Deniz Ince

medewerker inhoud
d.ince [at] nji.nl