Eigen kracht stimuleren

Het benutten van de eigen kracht van burgers is een belangrijk uitgangspunt bij het creëren van een sterke pedagogische basis. Het idee? Ouders en kinderen zijn zoveel mogelijk zelf in staat vragen en problemen in de opvoeding of bij het opgroeien op te lossen. Samen met andere opvoeders in de basis gaan zij op zoek naar mogelijkheden en oplossingen. Daarbij geldt: des te steviger het sociale netwerk van een gezin, des te groter de kans dat gezinnen beter grip houden op hun leven.

Wat betekent eigen kracht in de pedagogische basis?

Preventie en uitgaan van eigen verantwoordelijkheid en eigen mogelijkheden van kinderen, jongeren en hun ouders, met inzet van hun sociale netwerk is een van de transformatiedoelen uit de Jeugdwet. Het betekent dat gezinnen zoveel mogelijk zelf én samen met hun netwerk opgroeien, opvoeden en ontwikkelen vormgeven. Ook meedoen aan de samenleving stimuleert de zelfredzaamheid. Bijvoorbeeld door contacten te leggen met anderen, actief te zijn in de wijk en naar school te gaan. Jeugdparticipatie heeft zodoende een nauwe relatie met eigen kracht.

Eigen kracht stimuleren

Eigen kracht kan gestimuleerd worden vanuit de pedagogische basisvoorzieningen (kinderopvang, peuterspeelzalen, onderwijs, kind- en jongerenwerk, sport- en cultuurverenigingen). Door in te zetten op het vergroten van de pedagogische kwaliteiten van ouders, maar ook door het inschakelen van de pedagogische basis bij een gezin als er vragen zijn.

Je kunt hierbij denken aan:

  • Wijkteams in elke wijk voor enkelvoudige ondersteuningsvragen
  • Laagdrempelige opvoedondersteuning creëren
  • Ondersteuning van het informele circuit van gezinnen, zoals familie, buren en kennissen
  • Evenwicht tussen vertrouwen op eigen kracht en ingrijpen

Veel 'problemen' horen bij een gewone ontwikkeling en kunnen door de ouders prima opgelost worden met tips of handreikingen van professionals uit de vertrouwde omgeving van school, peuterspeelzaal of opvang. Hierbij is een goede balans belangrijk: tussen wat mensen zelf kunnen doen op een bepaald moment in een bepaalde omstandigheid en wat hun capaciteiten te boven gaat. Uitgaan van zelfregie, zelfredzaamheid en de pedagogische kracht in de wijk betekent niet dat gezinnen geen professionele hulp kunnen krijgen als dat nodig is. Steun op maat, bijvoorbeeld bij handelingsonbekwaamheid, blijft beschikbaar. Maar ook dan staat de vraag centraal wat gezinnen zelf kunnen en wat daarop aanvullend wellicht nodig is.

Draag als gemeente bij aan het bewustwordingsproces

Uitgaan van eigen kracht vraagt van professionals in de pedagogische basisvoorzieningen om een andere manier van kijken, denken en handelen. Ondersteunen in plaats van overnemen. Als gemeente kunt u een steentje bijdragen aan het stimuleren van de zelfredzaamheid van gezinnen en het daarmee gepaard gaande bewustwordingsproces bij professionals.

Aansluiten bij georganiseerde vrijwillige inzet

Ook is het zinvol om te investeren in sociale netwerken, en dus in de eigen kracht van gezinnen, door aansluiting te zoeken bij georganiseerde vrijwillige inzet. In 2010-2011 zijn er bijvoorbeeld in elf gemeenten projecten uitgevoerd in het kader van Allemaal Opvoeders, ondersteund door het Nederlands Jeugdinstituut en de Universiteit Utrecht. Doel van dit project was het versterken van de informele sociale steun rondom gezinnen. De lessons learned vindt u terug in Allemaal opvoeders: inspirerende activiteiten. Uit onderzoek van Kesselring (2016) blijkt dat bij een concrete invulling van activiteiten het accent niet zou moeten liggen op het organiseren van eenmalige activiteiten, maar op het scheppen van de randvoorwaarden voor herhaalde ontmoetingen.

Initiatieven rondom het versterken van sociale netwerken in relatie tot vrijwillige inzet hebben betrekking op twee niveaus:

Elkaar ontmoeten: het sociaal verband versterken

Zelf georganiseerde buurtfeesten, buurtbewoners die gezamenlijk zorg dragen voor het onderhouden van speeltuintjes in de wijk of kindervakantieweken die worden begeleid door vrijwilligers. Het zijn maar enkele voorbeelden van manieren om het sociale netwerken versterken. Elkaar ontmoeten en elkaar leren kennen staat daarbij centraal. Gezinnen krijgen de kans om sociale relaties aan te gaan. Het zijn vaak de ouders en jongeren zelf die hierbij als vrijwilliger optreden en een en ander mogelijk maken.

Elkaar opzoeken: hulpvraag voorkomen

Een mammacafé waar moeders en hun pasgeboren baby's samen komen en ervaringen kunnen uitwisselen. Of de begeleiding en ondersteuning door vrijwilligers van jongeren die uit dreigen te vallen op school. Ouders en/of jongeren zoeken elkaar op omdat zij iets aan elkaar kunnen hebben. Informatie uitwisselen over opvoeden en opgroeien en het sociaal isolement doorbreken zijn neveneffecten. Dit kan voorkomen dat zich later problemen in opvoeden en opgroeien voordoen.

Gemeenten kunnen brede sociale netwerken in de wijk bevorderen door: 

  • Het lokale krachtenveld van vrijwillige inzet te inventariseren
  • Te zorgen voor een beter overzicht van het aanbod binnen het jeugdhulpveld: van vrijwillige inzet en preventieve voorzieningen tot de specialistische jeugdhulp 
  • Vrijwillige inzet aan te moedigen 
  • Betrokkenheid te tonen bij vrijwilligersorganisaties 
  • Een CJG of wijkteam opdracht te geven om contacten te leggen met vrijwilligersorganisaties 
  • Sturen op ontmoetingen: organiseer (thema)bijeenkomsten waar vrijwilligers en professionals elkaar ontmoeten 
  • Met het voorveld een beeld te ontwikkelen van actuele onderwerpen in de gemeente en voor de aanpak een groepsaanpak te gebruiken 
  • Betrokken professionals meer tijd te geven om aandacht te kunnen besteden aan preventie en wijkgericht werken
  • Kesselring, M.C. (2010). Theoretische verkenning.
  • Gemmeke M (2011), De rol van de Centra voor Jeugd en Gezin bij versterking van de pedagogische civil society, Utrecht: Nederlands Jeugdinstituut
  • Lokale rekenkamers over beleid gericht op de Jeugdwet
  • Jumelet, H. en J. Wenink (2012), 'Zorg voor onszelf? Eigen kracht van jeugdigen, opvoeders en omgeving. Grenzen en mogelijkheden voor beleid en praktijk'. Amsterdam, SWP.
  • Kesselring (2016). Partners in Parenting; A study on shared childrearing responsibilities between parents and nonparental adults. Utrecht: Universiteit Utrecht
  • RMO (2013), 'Terugtreden is vooruitzien'. Den Haag, Raad voor Maatschappelijk Ontwikkeling.
  • RMO/RVZ (2008), Versterking voor gezinnen. Den Haag: Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling/Raad voor Volksgezondheid.
  • SCP (2007), Toekomstverkenning vrijwillige inzet 2015. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau, Den Haag
Foto Maartje van Dijken

Maartje van Dijken

senior medewerker inhoud