Organisatie en financiering van onderwijs-zorgarrangementen

Sinds de invoering van de Jeugdwet in 2015 en Passend Onderwijs in 2014 hebben ouders, scholen, gemeenten, samenwerkingsverbanden en zorgkantoren vragen. Die gaan veelal over de organisatie en financiering van zorg en onderwijs voor kinderen en jongeren die intensieve ondersteuning nodig hebben. Welke vraagstukken spelen in de samenwerking een rol? Hoe proberen landelijke projecten  hiervoor antwoorden te vinden? En wat levert dat op?

Vraagstukken

De belangrijkste vraagstukken in de samenwerking rond onderwijs en zorg zijn:

  • Hoe krijgt de gemeente de doelgroep voor onderwijs-zorgarrangementen goed in beeld?
  • Wat wordt er van ouders verwacht?
  • Hoe kunnen scholen voor speciaal onderwijs als knooppunt voor onderwijs en zorg afspraken maken met alle betrokken gemeenten en samenwerkingsverbanden?
  • Hoe kan de individuele benadering van financiers gecombineerd worden met een collectieve aanpak?  
  • Wie moet wat betalen?
  • Hoe is de continuïteit van (boven-)regionale samenwerking te verbeteren? 

De doelgroep in beeld

Rond de 72 procent van de leerlingen in het speciaal onderwijs heeft jeugdhulp, zorg op basis van de Wet Langdurige zorg (Wlz) of ondersteuning volgens de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) nodig. Hun ondersteuningsvragen zijn erg verschillend. 74 procent van deze leerlingen doet een beroep op de Jeugdwet die de gemeenten uitvoeren. Maar gemeenten hebben vaak weinig zicht op de situatie van deze kinderen en jongeren en wat zij nodig hebben.

Dat heeft verschillende oorzaken. Deze kinderen en jongeren gaan vaak niet in hun eigen woonplaats naar school. Ook kan meespelen dat het om een beperkt aantal kinderen en jongeren gaat. En bovendien zijn er vaak misverstanden over wie de zorg op school moet betalen: de gemeente of de school.

Zie hiervoor ook de Monitor Aansluiting Onderwijs Jeugdhulp

Onderstaand overzicht laat zien hoeveel kinderen en jongeren per onderwijsvorm alleen zijn aangewezen op door de gemeente gefinancierde jeugdhulp, en dus niet op de Wlz, de Wmo of Zorgverzekerings Wet.

Onderwijssoort

% leerlingen met alleen jeugdhulp

Primair onderwijs

10,9

Speciaal basisonderwijs

50,2

Speciaal onderwijs

61,9

Voortgezet onderwijs

11,6

Voortgezet speciaal onderwijs

60,5

Praktijkonderwijs

29,2

Mbo (tot 18 jaar)

8,6

School als knooppunt

Scholen voor speciaal onderwijs kennen een breed bedieningsgebied. Ze hebben daardoor te maken met veel gemeenten, zorgkantoren en samenwerkingsverbanden, met elk een eigen procedure en administratie. Daardoor is de school een knooppunt geworden waar al die verschillende organisatiebelangen samenkomen zonder dat zij daar iets over te zeggen heeft. Voor elke afzonderlijke leerling moet de school afspraken maken met diverse partijen om de zorg op school te kunnen bieden.

Individuele of collectieve zienswijze

Gemeenten en zorgkantoren kijken meestal naar de ondersteuningsvraag van individuele leerlingen. Zij hebben minder aandacht voor de mogelijkheden van een meer collectieve benadering van leerlingen met een vergelijkbare ondersteuningsvraag die meer aansluit bij de groepsbenadering en de verwachtingen over de inzet van zorg door scholen.

Verwachtingen van ouders

Ouders verwachten dat hun kind op school zorg krijgt, maar weten vaak niet dat zij of de school daarvoor een aparte aanvraag moeten doen bij de gemeente. De samenwerkingsverbanden en  gemeenten hebben elk eigen regels en procedures voor de bekostiging van zorg op school. Dat kost ouders en scholen veel tijd en maakt het lastig om daar rekening mee te houden.  

Financiering: grijs gebied tussen onderwijs en zorg

In de praktijk is er veel onduidelijkheid over wie moet wat betalen van de zorg op school. In het rapport Inzicht in zorg in onderwijstijd maakte onderzoeksbureau Berenschot (2019), in opdracht van de ministeries OCW en VWS, een analyse van de onderwijs- en zorgwetten. Daaruit blijkt dat de wet- en regelgeving niet sluitend is. Het gevolg is dat er een grijs gebied bestaat in de verantwoordelijkheid voor bepaalde vormen van ondersteuning.

Kwetsbaarheid (boven-)regionale samenwerking

De afgelopen jaren zijn er regionale initiatieven geweest om de samenwerking tussen onderwijs en jeugdhulp te verbeteren. In de praktijk blijken deze nieuwe samenwerkingsvormen kwetsbaar, ook als ze succes hebben of veelbelovend zijn. Dat gebrek aan continuïteit heeft verschillende oorzaken. Ze worden als proef gezien en zo ook gefinancierd. Bestuurders en deelnemers aan de samenwerking komen en gaan. En de budgetten van jeugdzorg en passend onderwijs staan onder druk.

OplossingenLabs

In de praktijk worden tal van oplossingen gevonden voor goede ondersteuning van kinderen met een intensieve en vaak gecombineerde ondersteuningsvraag naar onderwijs en zorg. Daar valt veel van te leren, zeker zolang systeemproblemen nog niet zijn opgelost.

Het Nji organiseert samen met de VNG, VGN, sectorraad GO, DSP/Oberon en zorgarrangeurs jaarlijks enkele OplossingenLabs met sprekende praktijkvoorbeelden en informatie over de laatste ontwikkelingen. Lees meer bij Ondersteuning van het NJi bij onderwijs-zorgarrangementen.

Vincent Fafieanie