Ouderbetrokkenheid in kinderopvang

Door zoveel mogelijk de thuissituatie en de situatie op de opvang op elkaar af te stemmen, voelt een kind zich veiliger en kan het zich beter ontplooien.

Ouderbetrokkenheid bij de opvang heeft een positieve invloed op de ontwikkeling van kinderen. Ouders hebben veel kennis over hun kind die relevant is voor de pedagogisch medewerkers en gastouders. En de kinderopvang heeft groot belang bij goede samenwerking met de ouders en een stimulerend en ondersteunend gezinsklimaat. Medewerkers kunnen advies en informatie aan de ouders geven over het kind en vice versa.

Bouwen aan vertrouwde en respectvolle relaties

Het vertrouwen dat ouders en de pedagogisch medewerkers of gastouder in elkaar hebben en hun wederzijdse respect voor opvoedkeuzes, is een belangrijke kwaliteitsfactor. Een kind voelt feilloos aan of zijn ouders het prettig vinden in zijn groep, of ze zijn pedagogisch medewerkers waarderen en of ze hem met een gerust hart achterlaten in de kinderopvang (Hochschild 2003).

De non-verbale signalen van hun ouders vertellen kinderen of een omgeving veilig voor hen is of niet. Andersom geldt ook: als de pedagogisch medewerker een houding van respect heeft voor de ouders, draagt dit bij aan een gevoel van veiligheid bij het kind en een goede samenwerking met de ouders. Een negatieve opmerking over of een boze blik naar de ouders leidt tot spanning. Met elkaar omgaan op een respectvolle en accepterende manier betekent ook openstaan voor culturele en sociaal-economische verschillen.

Uitwisseling van informatie

Door regelmatig informatie uit te wisselen over het kind en de opvoedideeën van de ouders, leert de pedagogisch medewerker het kind en zijn omgeving beter kennen. Ouders en pedagogisch medewerkers hebben elkaars informatie nodig om goede steun en zorg te geven en op de specifieke behoeften van het kind te kunnen inspelen. Afstemmen met wederzijds respect is dus cruciaal. Organisaties werken met een ouderportaal waar ouders en pedagogsich medewerkers informatie uit kunnen wisselen, anderen werken nog met een heen en weer schriftje. Dat bevordert het onderlinge contact.

Thuis en kindercentrum verbinden

Door de aanwezigheid van foto's van zijn ouders, zijn zusje of huisdier, voelt een jong kind zich eveneens veiliger op de opvang. Er zijn dan bekende dingen van thuis, waar het kind naar kan kijken en over kan praten met anderen. Zo worden zijn leefwerelden met elkaar verbonden. Ook hierbij kan een heen en weer schriftje een rol spelen.

Ontwikkelingsstimulering thuis

Kinderdagverblijven en centra voor buitenschoolse opvang stimuleren kinderen in hun ontwikkeling. Uit onderzoek is bekend dat het effect van deze ontwikkelingsstimulering groter is als er thuis sprake is van een ondersteunend gezinsklimaat. Een gezin waarin kinderen zich veilig voelen, ouders en kinderen samen praten en spelen, en ouders belangstelling tonen voor wat een kind op de opvang heeft gedaan. Ook activiteiten als samen lezen, knutselen en zingen dragen hieraan bij.

Sommige ouders hebben hulp nodig om zo'n klimaat thuis te creëren. Hiervoor zijn gezinsgerichte programma's ontwikkeld. Een andere manier om kinderen te stimuleren is om hen de kans te geven talenten en hobby's verder uit te bouwen op les of op een club. Bijvoorbeeld als op de opvang is opgemerkt dat een kind ergens aanleg of talent voor heeft.

Momenten voor oudercontacten

De contacten met ouders van jonge kinderen zijn liefst dagelijks en informeel. Zij vinden plaats tijdens het brengen en halen. Op die momenten vertellen ouders en pedagogisch medewerkers elkaar wat ze moeten weten over het kind. Soms worden de dagelijkse wetenswaardigheden ook in de digitale ouderportal geschreven of in een dagboekje of logboekje dat dagelijks heen en weer gaat. Sommige kinderdagverblijven plaatsen foto's op een besloten website, zodat ouders thuis kunnen zien wat hun kind die dag heeft gedaan.

Er zijn ook meer georganiseerde mogelijkheden voor oudercontact, zoals 10-minuten gesprekken over het kind, ouderavonden met een speciaal thema, een koffiekamer voor ouders of gezamenlijke eetmomenten. De frequentie van oudercontact en de inhoud van de gesprekken is ook afhankelijk van de leeftijd van een kind. Het contact met ouders van een baby of peuter is intensiever dan het contact met ouders van een 11-jarige die zelfstandig de buitenschoolse opvang in- en uitloopt. Voor iedere leeftijdsgroep geldt dat oudercontact belangrijk is, maar steeds op een meest passende manier.

Met de invoering van de Wet IKK heeft ieder kind een mentor. De mentor is een pedagogisch medewerker die voor de ouders de vaste contactpersoon en aanspreekpunt is. Voor kinderen die naar de bso gaan is de mentor niet alleen contactpersoon voor de ouders, maar ook aanspreekpunt voor het kind.  

Oudercommissie

Elke locatie is verplicht een oudercommissie te hebben. Dit is het formele orgaan waar samengewerkt wordt met ouders. De belangrijkste verantwoordelijkheid van de oudercommissie is om de kwaliteit van de opvang te bewaken en te bevorderen door gevraagd en ongevraagd advies uit te brengen aan de directie van de opvang.

Landelijk zijn er twee organisaties die belangen behartigen van ouders:
• BOinK (Belangenvereniging van Ouders in de Kinderopvang)
• Stichting Voor Werkende Ouders

Voorschoolse educatie

Kinderopvanglocaties voeren ook voorschoolse educatie uit (onderdeel van vv). Speciaal voor vve zijn er extra adviezen om ouderbetrokkenheid te vergroten.

  • Doeleman, W. (2009), 'Deuren open voor ouders: Inspiratie voor een goede samenwerking'. Maarssen, Elsevier gezondheidszorg.
  • Hochchild Russell, A. (2003), 'The commercialization of intimate life, notes from home and work'. Berkeley/Los Angeles: University of California press.
Els Geeris

Els Geeris

senior adviseur