Beoordeling Sociaal Aanpassingsvermogen (BSA)

De BSA is een screeningsinstrument waarmee het sociaal aanpassingsvermogen bij kinderen en jongeren van 4 tot en met 23 jaar in kaart kan worden gebracht.

Onderwerp: 
Licht verstandelijk beperkte jeugd
Doel: 
Signalering en screening
Leeftijd: 
4 tot en met 24 jaar

Doel

De BSA is een screeningsinstrument waarmee het sociaal aanpassingsvermogen bij kinderen en jongeren globaal in kaart kan worden gebracht. Met het instrument kunnen hulpverleners globaal beoordelen of iemand een lichte verstandelijke beperking heeft en of verwijzing naar gespecialiseerde lvb-zorg aan de orde is.

Doelgroep

Doelgroep van de BSA zijn kinderen en jongeren van 4 tot en met 23 jaar waarbij mogelijk sprake is van lvb-problematiek. Er zijn twee versies van de BSA. Een voor kinderen die regulier of speciaal basisonderwijs volgen (BSA-k) en een voor jongeren die het basisonderwijs (BSA-j) hebben afgesloten.

Materialen

De BSA bestaat uit:

  • Een handleiding;
  • Vragenlijst BSA-k;
  • Vragenlijst BSA-j;
  • Eindrapport onderzoek.

Gebruik

De BSA bestaat uit 18 items waarbij voor elk item op een drie-puntsschaal wordt aangegeven in hoeverre het klopt. Hulpverleners die een indicatiestelling voorbereiden vullen de vragenlijst in na het eerste of tweede gesprek met de cliënt. De cliënt is hier niet bij.

De BSA moet in ieder geval afgenomen worden als een of meerdere van de volgende kenmerken van toepassing zijn. Het kind of de jongere:

  • heeft ouders met een lichte verstandelijke beperking
  • volgt speciaal onderwijs of geen onderwijs
  • heeft (vermoedelijk) een ontwikkelingsstoornis (ADHD, autisme/PDD-NOS hechtingsstoornis)
  • vertoont een verlate ontwikkeling (met name taal-spraak ontwikkeling)

Bij het vaststellen van een lichte verstandelijke beperking is ook het bepalen van het IQ van belang. Daarnaast moeten bij het bepalen van de benodigde zorg ook de opvoedingssituatie en leefomgeving van het kind of de jongere in kaart gebracht worden, net als de zorgbehoefte en de draagkrachten en -lasten van de ouders en het kind of de jongere. Alleen zo kan de juiste zorg worden geïndiceerd.

Gebruik in Routine Outcome Monitoring (ROM)

Dit instrument wordt (nog) niet gebruikt om een Reliable Change Index (RCI) te berekenen. Een Reliable Change Index brengt voor een specifieke cliënt in kaart wat het effect is van de hulpverlening.

Niet beoordeeld door COTAN

Dit instrument is niet beoordeeld door de Commissie Testaangelegenheden Nederland (COTAN) van het Nederlands Instituut van Psychologen (NIP). Deze commissie beoordeelt de kwaliteit van psychodiagnostische instrumenten in Nederland.

Let op: Dat een instrument niet is beoordeeld, zegt nog niets over de kwaliteit.