'Help pleegkind bij onderhoud netwerk'

Help pleegkinderen een netwerk op te bouwen waarop ze kunnen terugvallen wanneer ze zelfstandig leven. En help hen om contact te houden met ouders, broers, zussen en andere familieleden. De Kinderombudsman adviseert de ministers van VWS en voor Rechtsbescherming om deze punten op te nemen in het Actieplan Pleegzorg of een ander actieplan. 

Ook vindt de Kinderombudsman dat de ministers bij het ontwikkelen van beleid meer moeten luisteren naar kinderen.

De Kinderombudsman analyseerde welke knelpunten pleegkinderen ervaren en of die al zijn opgenomen in het Actieplan Pleegzorg, het Actieprogramma Zorg voor de Jeugd of het Actieplan Verbetering Feitenonderzoek in de Jeugdbeschermingsketen. Voor twee knelpunten is nog geen aanpak afgesproken.

Uit de analyse blijkt dat pleegkinderen zich afvragen op wie ze een beroep kunnen doen als de pleegzorg voorbij is. Ze hebben behoefte aan een steunend netwerk. Verder vinden ze contact met hun familie belangrijk. Dat contact zou een vast element moeten zijn van pleegzorg, maar in de praktijk hangt het vooral af van het initiatief van pleegouders. De andere knelpunten die pleegkinderen noemen zijn al wel opgenomen in actieplannen en -programma's.

De Kinderombudsman sprak met zeventien pleegkinderen en voormalige pleegkinderen en zes pleegouders over knelpunten in de pleegzorg. Ook analyseerde de Kinderombudsman de antwoorden van twintig pleegkinderen op zijn online vragenlijst over kinderrechten uit 2018.

De twee knelpunten uit het onderzoek van de Kinderombudsman kun je niet los van elkaar zien, vindt Mariska de Baat, pleegzorgexpert bij het Nederlands Jeugdinstituut. 'Juist als kinderen niet meer thuis kunnen wonen is het belangrijk dat positieve relaties behouden blijven. Die bestaande relaties zorgen ervoor dat ze al een steunend netwerk hebben op het moment dat ze zelfstandig worden. Opnieuw een netwerk opbouwen nadat ze in een pleeggezin zijn geplaatst is in feite repareren wat behouden had moeten blijven.'

Bron: De Kinderombudsman; Nederlands Jeugdinstituut