Cijfers over kindermishandeling

Aantal gevallen van kindermishandeling

In 2017 zijn in Nederland tussen de 90.000 en 127.000 kinderen en jongeren van 0 tot 18 jaar blootgesteld aan een vorm van kindermishandeling. Dat is ongeveer 3 procent van alle kinderen in Nederland. Het gaat hierbij om kinderen waarbij professionals mishandeling hebben gesignaleerd. Aangezien niet alle gevallen van kindermishandeling gesignaleerd worden geldt 3 procent als ondergrens.

Grafiek Percentage van het totaal aantal gevallen van kindermishandeling

Percentage van het totaal aantal gevallen van kindermishandeling 

Soort kindermishandeling Percentage
Emotionele verwaarlozing 36%
Fysieke verwaarlozing 24%
Emotionele mishandeling 11%
Fysieke mishandeling 18%
Seksueel misbruik 4%
Overig 7%

Deze gegevens zijn afkomstig van de derde Nationale prevalentiestudie mishandeling. Vergeleken met de eerdere metingen in 2005 en 2010 zijn er geen significante verschillen in het aantal kinderen die met één of meerdere vormen van kindermishandeling te maken hebben.

96 procent van de kinderen is mishandeld door de biologische ouder. In alle jaren betreft het in de meerderheid van de gevallen emotionele verwaarlozing gevolgd door fysieke verwaarlozing. Seksueel misbruik wordt het minst gemeld. Bij 29 procent van de kinderen die mishandeling hebben meegemaakt was er sprake van meer dan één vorm van mishandeling (Alink e.a., 2018).

Kinderen met een niet-westerse migratieachtergrond  

Kinderen met een niet-westerse migratieachtergrond lopen een groter risico op kindermishandeling. In gezinnen met een niet-westerse migratieachtergrond komen vaker factoren voor die geassocieerd worden met een hoger risico op kindermishandeling. Het gaat hierbij om risicofactoren zoals een lage opleiding, werkloosheid, eenoudergezinnen en grote gezinnen. Het risico op mishandeling van kinderen met een niet-westerse migratieachtergrond uit de eerste generatie wordt op 6.1 procent geschat. In de tweede generatie wordt het risico op 3,4 procent geschat. In gezinnen met een Nederlandse achtergrond is het risico op kindermishandeling 1,8 procent (Alink e.a.)

Kindermishandeling onder scholieren

Basisonderwijs

Bijna 27 procent van de leerlingen van groep 7 en 8 van het regulier basisonderwijs heeft, naar eigen zeggen, ooit in het leven met één of meerdere vormen van kindermishandeling te maken gehad. In het onderzoek gaat het om lichamelijke en emotionele verwaarlozing en mishandeling, seksueel misbruik en/of getuige zijn van geweld tussen ouders. Ruim 13 procent van de kinderen geeft aan één vorm van mishandeling te hebben meegemaakt, 8,5 procent twee vormen, 3,3 procent drie vormen, 1,1 procent vier vormen en 0,6 procent vijf vormen. verwaarlozing komt het meeste voor. Deze gegevens zijn afkomstig van zelfrapportage onderzoek naar ingrijpende jeugdervaringen van basisschool leerlingen (De Augeo Taskforce, 2016; Vink, e.a. 2016).

Voortgezet onderwijs

In 2016 heeft een herhaling van het Scholierenonderzoek Kindermishandeling plaatsgevonden. Dit onderzoek maakt deel uit van de Nationale Prevalentiestudie Mishandeling. Het Scholierenonderzoek is gebaseerd op zelfrapportage door leerlingen en de Nationale Prevalentiestudie Mishandeling maakt gebruik van informatie van professionals.

In 2016 zegt bijna 25 procent (247 op de 1.000 leerlingen) van de leerlingen in de eerste vier leerjaren van het voortgezet onderwijs 'ooit in het leven' slachtoffer geweest te zijn van kindermishandeling. Ruim 12 procent (123 op de 1.000 leerlingen) zegt in het onderzoeksjaar met één of meerdere vormen van mishandeling te maken hebben gehad. Ten opzichte van 2010 is er sprake van een significante daling voor kindermishandeling die onder leerlingen ooit heeft plaatsgevonden. In 2010 zei bijna 35 procent ooit met kindermishandeling te maken hebben gehad. Voor kindermishandeling die in het afgelopen jaar heeft plaatsgevonden is er wel sprake een daling maar deze is niet significant. In 2010 zei circa 18,7 procent van de leerlingen in het afgelopen jaar met één of meerdere vormen van kindermishandeling te maken hebben gehad (Schellingerhout, 2017).

Uit de Nationale Prevalentiestudie Mishandeling 2017 gebaseerd op informatie van professionals blijkt echter een stijging in het aantal 12 tot en met 17 jarigen die in het afgelopen jaar met een of meerdere vormen van mishandeling te maken hebben gehad. Er is een stijging van 9,0 naar 20,7 per 1.000 jongeren. De stijging betrof vooral het toegenomen aantal slachtoffers van emotionele verwaarlozing. De onderzoekers geven aan dat de toename vooral te maken heeft met de hogere schatting van middelbare scholen die beter dan voorheen zicht lijken te hebben op signalen van kindermishandeling (Alink e.a., 2018).

Definitie

Kindermishandeling is 'elke vorm van voor een minderjarige bedreigende of gewelddadige interactie van fysieke, psychische of seksuele aard, die de ouders of andere personen ten opzichte van wie de minderjarige in een relatie van afhankelijkheid of van onvrijheid staat, actief of passief opdringen, waardoor ernstige schade wordt berokkend of dreigt te worden berokkend aan de minderjarige in de vorm van fysiek of psychisch letsel'. Een gangbare onderverdeling in vijf vormen van kindermishandeling is:

  • lichamelijke mishandeling
  • lichamelijke verwaarlozing
  • psychische (of emotionele) mishandeling
  • psychische (of emotionele) verwaarlozing
  • seksueel misbruik

In de praktijk komen in een gezin waarin een of meerdere kinderen mishandeld worden, vaak meerdere vormen tegelijk voor.

Meer informatie

KindermishandelingImpactmonitor huiselijk geweld en kindermishandeling (CBS)

  • Alink, L., Prevoo, M., van Berkel, S., Linting, M., Klein Velderman, M. & Pannebakker, F. (2018). NPM 2017: Nationale Prevalentiestudie Mishandeling van Kinderen en Jeugdigen. Leiden: Universiteit Leiden/TNO
  • De Augeo Jongerentaskforce (2016). Ik heb al veel meegemaakt. Ingrijpende jeugdervaringen (ACE) bij leerlingen in groep 7/8 van het regulier basisonderwijs. Driebergen-Rijsenburg: Augeo.
  • Schellingerhout, R. & Ramakers, C. (2017). Scholierenonderzoek Kindermishandeling 2016. Nijmegen: ITS & Radboud Universiteit. 
  • Vink, R., van der Pal, S., Eekhout, I., Pannebakker, F. & Mulder, T. (2016). Ik heb al veel meegemaakt. Ingrijpende jeugdervaringen (ACE) bij leerlingen in groep 7/8 van het regulier basisonderwijs. Leiden: TNO Gezond leven.
  • Wolzak, A. (2009). 'Kindermishandeling : signaleren en handelen : basisinformatie voor mensen die werken met kinderen'. Utrecht: Nederlands Jeugdinstituut (NJi)

Meer informatie over gebruikte onderzoeken:

Deniz Ince

Drs. Deniz Ince

medewerker inhoud