Scheiden of uit elkaar gaan: wat moet er geregeld worden?

Als ouders scheiden of uit elkaar gaan, moet er veel geregeld worden. Op deze pagina lees je over een aantal belangrijke regelzaken. Ook hebben we op een rij gezet welke plichten ouders in scheiding hebben.

Zicht krijgen op regelzaken

Wat ouders moeten regelen na een scheiding verschilt per situatie. Zijn de ouders getrouwd, hebben ze een geregistreerd partnerschap of wonen ze samen met of zonder samenlevingscontract. Ook maakt het uit of ouders een huurhuis of koophuis hebben, en of ze toeslagen of uitkeringen ontvangen. Ten slotte moeten er zaken geregeld worden rondom kinderen die jonger dan 18 jaar zijn.

Op Rijksoverheid.nl krijg je door het beantwoorden van vijf vragen informatie over de belangrijkste zaken die ouders afhankelijk van hun situatie moeten regelen. Ook kunnen ouders bij het Juridisch Loket terecht voor gratis juridisch advies.

Voor professionals is er de Ouderschapswijzer. De handleiding biedt kennis over de soorten ouderschap volgens de wet, de uitoefening van het ouderlijk gezag en rechten en plichten die daarbij horen. Enkele belangrijke regelzaken zijn hieronder uitgelicht.

Ouderlijk gezag voor en na scheiding

Ouders die getrouwd zijn of een geregistreerd partnerschap hebben, krijgen bij de geboorte van een kind vanzelf samen het ouderlijk gezag. Is dit niet zo, dan krijgt alleen de moeder vanzelf gezag. Wanneer de ongehuwde of niet-geregistreerde partner het kind erkent, krijgen ook niet-getrouwde ouders gezamenlijk ouderlijk gezag. Dit is een nieuwe regeling die geldt sinds 1 januari 2023.

Na een scheiding behouden ouders het gezamenlijk gezag over de kinderen. Zij blijven dus beiden verantwoordelijk voor de opvoeding en verzorging van kinderen. Een uitzondering geldt wanneer dit niet in het belang is van de kinderen. In dat geval oordeelt een rechter over wat het beste is voor het kind. Ouders zonder gezag houden het recht op omgang en het recht op informatie over het kind. Andersom blijft ook het kind recht hebben op omgang met deze ouder.

Een ouderschapsplan opstellen

In 2009 ging de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding van kracht. Deze wet stelt dat kinderen recht hebben op gelijkwaardige zorg door beide ouders, ook na een scheiding. Ouders met gezamenlijk gezag over minderjarige kinderen zijn daarom verplicht om een ouderschapsplan op te stellen. Dit geldt na de beëindiging van een huwelijk of geregistreerd partnerschap, maar ook na een andere vorm van samenwonen. Als het ouders niet lukt om afspraken te maken over het ouderschap na de scheiding, kunnen ze hulp vragen van iemand uit de omgeving of een mediator.

In een ouderschapsplan staan afspraken over:

  • Hoe ouders de zorg en opvoeding verdelen of de omgang met kinderen regelen.
  • Hoe en hoe vaak ouders elkaar informatie geven over het kind.
  • Hoe ouders samen belangrijke beslissingen nemen, bijvoorbeeld over de schoolkeuze.
  • Hoe ouders de kosten van de verzorging en opvoeding verdelen. Daar kan ook een kinderalimentatie regeling horen.
  • Ouders kunnen ervoor kiezen om, naast bovengenoemde verplichte onderdelen, afspraken op te nemen over andere zaken die ze belangrijk vinden, zoals over de opvoeding en contact met familieleden.

Ten slotte moeten ouders aangeven hoe zij de kinderen betrokken hebben bij het opstellen van het ouderschapsplan. Voor kinderen is het belangrijk dat er naar hen wordt geluisterd en dat ze serieus genomen worden. Dit betekent dat afspraken bij voorkeur aansluiten bij hun wensen, en ook bij hun leeftijdsfase. Het is daarom aan te raden om regelmatig met kinderen en jongeren te bespreken of afspraken nog goed passen.

Kinder- en partneralimentatie

De financiële regeling van de verzorging en opvoeding van kinderen is onderdeel van het ouderschapsplan. Ouders maken dus zelf, eventueel met een advocaat of mediator, afspraken over de hoogte van de kinderalimentatie. Daarna beoordeelt de rechter het bedrag. Wanneer ouders het niet eens worden met elkaar, stelt de rechter het bedrag vast. De onderhoudsplicht voor kinderen geldt ook voor ouders zonder gezag. Over het algemeen loopt de onderhoudsplicht af wanneer kinderen 21 jaar zijn.

Als een van de ouders na een scheiding niet genoeg geld heeft om van te leven, kan diegene partneralimentatie krijgen. Dat is een bijdrage in de kosten die een ouder nodig heeft voor levensonderhoud. De hoogte hangt af van hoeveel de ontvangende ouder nodig heeft en de wat betalende ouder kan betalen. Afspraken hierover worden vastgelegd in een schriftelijke overeenkomst, meestal samen met een advocaat of notaris.

Nieuwe beleidsmaatregelen worden voorbereid

Om meer te leren over hoe schade voor kinderen door een scheiding zo veel mogelijk voorkomen kan worden, startte de Rijksoverheid in 2018 het programma Scheiden zonder Schade. Bekijk voor meer informatie hierover de pagina Resultaten en activiteiten programma Scheiden zonder Schade.

Harmke Bergenhenegouwen