Consensus over behandeling
Ondanks het groeiende aanbod van interventies voor kinderen en jongeren met een licht verstandelijke beperking (lvb) is er nog weinig bekend over de effectiviteit van deze interventies. Er lijkt consensus te zijn in de manier waarop professionals met deze kinderen en jongeren dienen om te gaan en hoe deze groep behandeld kan worden.
Zo is het van belang om voorafgaand aan de behandeling uitgebreide diagnostiek uit te voeren, om zo goed mogelijk te kunnen aansluiten op de specifieke kenmerken van het kind. Verder moet de behandeling en begeleiding vooral gericht zijn op hun vaardigheden, rekening houdend met de beperkingen, en op hun dagelijkse omgeving.
Werkzame factoren
De Richtlijn Effectieve Interventies LVB en de kwaliteitsstandaard 'Psychische stoornissen en zwakbegaafdheid of licht verstandelijke beperking' benoemen punten waaraan interventies moeten voldoen om beter aan te sluiten bij kinderen en jongeren met een licht verstandelijke beperking. Reguliere behandelvormen lijken door deze aanpassingen geschikter te worden voor de doelgroep. De zes punten zijn:
- uitgebreidere diagnostiek;
- afstemmen van de communicatie;
- concreet maken van de oefenstof;
- voorstructureren en vereenvoudigen;
- betrekken van het netwerk en aandacht voor generalisatie;
- veilige en positieve leeromgeving.
De Richtlijn Effectieve Interventies LVB is te bestellen via de site van het Landelijk Kenniscentrum LVB. De kwaliteitsstandaard 'Psychische stoornissen en zwakbegaafdheid of licht verstandelijke beperking' is te vinden in de database van GGZ Standaarden.
Werkzame interventies
Voor kinderen en jongeren met een licht verstandelijke beperking worden specifiek op hen gerichte behandelvormen en aangepaste 'reguliere' behandelvormen aangeboden.
Gedragstherapie
Gedragstherapie en cognitieve gedragstherapie lijken goed in te zetten bij kinderen en jongeren met een lvb. Er is nog weinig onderzoek verricht, maar er zijn wat studies die laten zien dat gedragstherapie en vooral cognitieve gedragstherapie positieve effecten kan hebben op agressie, gedragsproblemen, middelengebruik en psychische klachten. Als cognitieve gedragstherapie bij deze doelgroep wordt ingezet, zijn er wel aanpassingen nodig die aansluiten bij de cognitieve domeinen waarop de doelgroep problemen ervaart. Zo zal de behandeling uit meer korte sessies bestaan, zal het kind vaardigheden vooral aanleren via ervarend leren en modelleren, en zullen er veel visuele hulpmiddelen worden gebruikt.
EMDR
Kinderen en jongeren met een lvb hebben een verhoogde kwetsbaarheid voor traumatische ervaringen zoals misbruik of mishandeling en kunnen daardoor een posttraumatische stressstoornis (PTSS) ontwikkelen. Met behulp van Eye Movement Desensitization and Reprocessing (EMDR) kunnen herinneringen aan eerder onverwerkte ingrijpende gebeurtenissen worden verwerkt. In de praktijk worden positieve resultaten behaald met EMDR bij kinderen en jongeren met een lvb en een PTSS.
Vaktherapie
Er zijn verschillende vaktherapieën zinvol gebleken bij de behandeling van psychische stoornissen bij mensen met een verstandelijke beperking. Dit onderzoek is voornamelijk gericht op volwassenen. Daaruit blijkt bijvoorbeeld dat drama- en muziektherapie kunnen helpen om emotie- en agressieregulatie te verbeteren en dat psychomotorische therapie veelbelovend is bij het verminderen van agressief gedrag en angst- en depressieve symptomen. Beeldende therapie kan bijdragen aan een verbetering van gedragsproblemen en gevoelens van hulpeloosheid en het verminderen van traumagerelateerde symptomen en depressieve klachten.
Interventies gericht op de sociale omgeving
Het betrekken van de sociale omgeving, zoals het gezin, en de relatie tussen de hulpverlener en de cliënt worden gezien als belangrijke en werkzame factoren in de behandeling. Oudertrainingen, ouderbegeleiding en trainingen voor hulpverleners gericht op de omgang met cliënten en het sturen van groepsprocessen hebben een positief effect op het verminderen van gedragsproblemen.
Medicatie
Het gebruik van medicatie in de behandeling van kinderen en jongeren met een licht verstandelijk beperking is nauwelijks wetenschappelijk onderzocht. Uit internationaal literatuuronderzoek van het Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie komen aanbevelingen naar voren:
- Pas psychofarmaca toe als onderdeel van een multidisciplinair behandelplan.
- Volg de richtlijnen beschreven in het formularium 'psychofarmaca bij kinderen' van het kenniscentrum.
- Doseer lager en trager en houd rekening met meer bijwerkingen en minder effectiviteit.
Meer informatie
Meer informatie over werkzame factoren vind je in Jeugdigen met een licht verstandelijke beperking. Wat werkt?
Op de site van het Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie lees je meer over jeugd-ggz voor kinderen en adolescenten met een licht verstandelijke beperking.
Lees ook
-
Bijkomende problemen bij kinderen en jongeren met een lvb
Bijkomende problemen bij kinderen en jongeren met een lvbHet tijdig herkennen van een lvb kan bijkomende problemen bij kinderen en jongeren voorkomen of verminderen.
-
Richtlijnen bij licht verstandelijk beperkte jeugd
Richtlijnen bij licht verstandelijk beperkte jeugdRichtlijnen bij licht verstandelijk beperkte jeugd beschrijven de laatste stand van kennis in het vakgebied en gelden als vakinhoudelijke standaard.
-
Erkende interventies bij licht verstandelijk beperkte jeugd
Erkende interventies bij licht verstandelijk beperkte jeugdVoor jongeren met een licht verstandelijke beperking bestaan in Nederland verschillende erkende interventies.
-
Instrumenten voor licht verstandelijk beperkte jeugd
Instrumenten voor licht verstandelijk beperkte jeugdOm vermoedens van een licht verstandelijke beperking en problematiek te onderzoeken zijn diverse instrumenten beschikbaar.